Gods moederborst (2013 nr. 19)
Thursday 24 October 2013

                 Image

Gods moederborst
De laatste tijd verdiep ik mij nogal in Hildegard van Bingen, een mystica uit de twaalfde eeuw. Laten we het een ontdekking noemen. Deze vrouw fascineert mij. Ik lees haar teksten en gebeden, bekijk haar miniaturen (illustraties) en beluister haar muziek. Dat is voor mij geloofsopbouwend en een esthetisch genoegen. Graag laat ik u delen in een prachtig gebed van Hildegard uit de Scivias (haar debuutwerk). Het volgende fragment: "Ik noem U broeder, omdat U mens bent geworden. U drinkt aan de goddelijke moederborst erbarmen en waarheid, het voedsel voor de mensen. De Godheid is voor mij tot moeder geworden, toen ze mij vormde, verwekte en mij het leven schonk." In alle argeloosheid en vanzelfsprekendheid noemt Hildegard God hier haar Moeder. Christus, onze broeder, drinkt aan Gods moederborst en hij (op zijn beurt) wordt voor ons het sacrament, het voedsel van de kerk. Hier is iemand die op een zeer zelfbewust vrouwelijke wijze over God spreekt, die onze Moeder is. Negenhonderd jaar voordat het feminisme ‘uitgevonden' werd.

Laten we nooit vergeten dat al ons spreken over God noodzakelijkerwijs symbolisch is. Ook als we met de kerk van alle tijden en plaatsen het gebed bidden, dat Jezus ons geleerd heeft: "Onze Vader, die in den hemelen zijt." God gaat de categorieën van onze werkelijkheid te boven en te buiten. Hij is er de Grond van! Dat klinkt filosofisch... Maar ook dit spreken over Hem is en blijft symbolisch. Het moedersymbool doet niet onder voor het vadersymbool. In Psalm 103 had evengoed kunnen staan: Zoals een moeder zich ontfermt over haar kinderen, ontfermt de Here zich over wie Hem vrezen." Ik herinner mij een college van vroeger uit mijn Kampense tijd. Een studente vroeg: "Is God een man?" En prof. Bakker antwoordde: "Nee, zij is zwart." Het hele gebed van Hildegard staat hieronder. De  illustratie boven is uit de inleiding op de Scivias. Hildegard ziet het licht van God. Haar secretaris Volmar kijkt door een raampje naar binnen. Hij mag immers niet in het vrouwenklooster komen!

Wie is het die mij, ellendig mens,
in mijn grote nood
zich in de zoete offergave
schenkt als de Bruidegom van de Kerk?
Ik noem U broeder,
omdat U mens bent geworden.
U drinkt aan de goddelijke moederborst
erbarmen en waarheid,
het voedsel voor de mensen.
De Godheid is voor mij tot moeder geworden,
toen ze mij vormde, mij verwekte
en mij het leven schonk.
Vol genade is het voedsel van de Kerk,
want U, het Levend Brood
en Bron van het Levend Water,
geeft haar rijkelijk en in overvloed
in het sacrament van Uw Lichaam en Bloed.
Om mijn heil bent U mens geworden.
Door Uw lichaam en Bloed
laat U mij nu deel uitmaken,
dat geen schepsel mij verder veracht,
omdat U om mijnentwille
in deze wereld bent gekomen
en U aan mij uitgeleverd hebt,
ofschoon ik mij tegen Uw geboden
verzette en als vijand toonde.
Zo laat mij U, broeder, kussen
Zoon Gods en Mens op aarde

(Scivias II,6.35 - SHB uitgave)