spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 16 augustus 2009 PDF Afdrukken E-mail
Monday 17 August 2009

Preek gehouden in de Veldkampkerk te Harderwijk in de morgendienst op zondag 16 augustus 2009. De lezingen waren: Jesaja 35 en Markus 7:31-37 en 8:22-26.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Als je het leesrooster volgt, dan kom je vanzelf bij lezingen, die je uit jezelf misschien niet gekozen zou hebben. Dat is niet verkeerd, want het behoedt predikant en gemeente ervoor dat altijd dezelfde stokpaardjes bereden worden. In de opeenvolging van Markus-lezingen zijn we vandaag aangekomen bij Markus 7:31-37. We zien daar Jezus aan het werk als een wonderdoener, die iemand de vingers in de oren stopt, in de handen spuugt en met speeksel werkt. Dan denk je... laten we dat maar overslaan. Jezus is toch geen ordinaire magiër. Maar ja, 't staat toch in de bijbel. En daarom zullen we het juist niet overslaan.

Nu loont het wel de moeite om eens iets beter te kijken. Daar leer je altijd wat van. En dan moeten we bedenken dat een goede uitleg van de bijbel alles te maken heeft met taalkunde en literaire wetenschap. We zullen een paar dingen op een rij zetten. Daarmee wordt veel duidelijk.

Als je kijkt naar de structuur van het verhaal dan valt onmiddellijk op, dat er gelijkenis is met Markus 8:22-26. Daar gaat het over een blinde en in Markus 7 over een dove. In beide gevallen vragen de omstanders om handoplegging en aanraking. Jezus neemt in beide gevallen de betrokkene apart. In beide verhalen raakt Jezus lichaamsdelen aan en gebruikt speeksel. In beide gevallen mag de betrokkene en de omstanders niets over de genezing zeggen.

Wij denken dus dat deze twee verhalen bij elkaar hebben gehoord. Een blinde die gaat zien en een dove die gaat horen en de reactie van het volk in &:37 als een soort loflied: "Hij heeft alles goed gemaakt; blinden geeft hij het gezicht en doven laat hij horen." Het klinkt als een afsluitend koraal.

Het gaat er natuurlijk om waar Markus zijn verhalen vandaan had voor hij ze opschreef. Wat weten we eigenlijk van die mensen bij wie deze verhalen werden rondverteld? Daar worden we wel wat van gewaar als we goed tussen de regels doorlezen.

Ze woonden in het gebied van de Decapolis - de tien steden, aan de andere kant van het meer van Galilea. Heidens gebied. Zo'n beetje richting Damascus, Syrië. Ze spraken Grieks, want ze citeren uit de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta. Ze halen woorden uit aan uit Genesis 1 "...dat de Here alles goed gemaakt heef" en ze halen Jesaja 35 aan vers 5: "Dan worden de blinden de ogen geopend; de oren van de doven zullen worden ontsloten." Het zijn dus mensen geweest die het Oude Testament kenden, Joden of mensen die bekend waren met het Jodendom. Maar ze leefden niet in Israël. Ze leefden volop in die heidense Grieks-Romeinse wereld (de Hellenistische wereld) waarin wonderdoeners, magiërs en kwakzalvers rondtrokken. Wellicht waren er bij die paranormaal begaafd waren en de gave van de genezing hadden. Ze vergelijken Jezus een beetje met deze wonderdoeners. Maar als ze zien wat Jezus doet en kan, twijfelen ze geen moment meer. De profetieën van Jesaja worden vervuld! Hier is de Messias die het heil komt brengen.

Jezus is heel anders dan de rondtrekkende magiërs uit die tijd. Het was die mensen begonnen om geld en ze wilden opzienbarende dingen doen. Jezus niet. Hij neemt de doofstomme apart. Het gaat er niet om dat de omstanders oh en ah zullen roepen. Het gaat om een stukje persoonlijke aandacht. Ze hebben een aan een dove om de uitleg van Markus 7 gevraagd en die zei direct: "Jezus gebruikt hier gebarentaal."  De dove uit Markus 7 was doofstom. Hij kon niet praten omdat hij doof was. Maar Jezus communiceert uitstekend met hem. Jezus wil zijn oren openmaken. Hij raakt zijn tong aan. De dove begrijpt onmiddellijk waar Jezus naar toe wil. Speeksel had volgens velen in de tijd van Jezus genezende kracht. Wij vinden dat onzin[1], maar de dove begreep onmiddellijk dat Jezus hem genezen wilde.

Dat Jezus niet zomaar een magiër is, blijkt uit de rest van het verhaal. Hij diept zich niet uit in allerlei tovenarij of rituelen, maar hij kijkt op naar de hemel. Hij verwacht het van de Here God. Hij zucht. Je zou kunnen zeggen, dat dit de Geest is die in ons en met ons zucht met onuitsprekelijke verzuchtingen in de verwachting van het nieuwe dat komen zal. En Jezus spreekt een woord! Het gaat niet om de rituelen maar om het woord: Effata (dat is: Ga open).

Als de dove genezen is, dan mag er niets over gezegd worden. Dat noemen we het Messiasgeheimenis. Jezus wil niet dat de mensen hem nalopen omdat hij opzienbarende dingen doet. Er is meer aan de hand en het gaat dieper. Pas later na zijn kruisiging en opstanding zal pas echt duidelijk worden waarvoor hij kwam.

Zo is dat ogenschijnlijk vreemde verhaal toch een stukje dichter bij ons gekomen. Jezus laat de mensen zien en horen. En het is flauw om dat figuurlijk of symbolisch op te vatten. Hij heeft het écht gedaan. Hij heeft genezing gebracht in het leven van gebrekkige mensen. En daarmee wordt het Koninkrijk van God zichtbaar, waar Jesaja van gedroomd heeft in hoofdstuk 35.

Daarmee hebben we de uitleg gehad en zullen we nu met elkaar nog wat invul-oefeningen maken. Het is nl. de bedoeling dat er wat mee zullen gaan doen - met dit stukje verkondiging.

Als Markus 7 de vervulling is van Jesaja 35, dan gaat het om de heelheid van de schepping. Het is prachtig hoe Jesaja heel de natuur laat delen in de sjalom, in de vrede: mensen en dieren en ook de bomen en de bloemen. De woestijn bloeit! Het wordt ons paradijselijk voorgesteld. Je zou kunnen zeggen: Jezus brengt opnieuw het paradijs. Dat is begonnen met zijn komst en zal voltooid zijn/worden met zijn wederkomst... Bij die sjalom hoort het geluk van mensen. Dat de gebrokenheid en de beperkingen en de ontaarding zal zijn weggenomen! Daarom geeft Jezus blinden het gezicht en doven het gehoor.

Een eerste invuloefening is, dat wij het uiterste doen om mensen tot hun recht, tot hun sjalom te laten komen. Daar zijn we mee bezig in het pastoraat en in het diaconaat en in het ziekenhuis en bij het maatschappelijk werk en in allerlei vormen van dienstverlening. Dat doen we in de voorbeden, in het gebed voor de zieken en soms ook in de liturgie van de ziekenzalving. Daarin volgen we het voorbeeld van Jezus: de mensen tot hun recht, tot hun sjalom laten komen.

Maar als het alleen blijft bij genezing voor de enkeling, zouden we een heleboel van Jesaja 35 vergeten. Dan zouden we vergeten, dat het gaat om heel de natuur - om de heelheid van de schepping. Het moet niet zo zijn, dat we alleen maar spreken over het persoonlijk heil en over genezing. Over het thema ‘genezing' worden met grote regelmaat conferenties en conventies gehouden. Is daar geen sprake van een versmalling vergeleken bij Jesaja. Het mag niet zo zijn, dat er in de kerk niet of nauwelijks meer gesproken wordt over maatschappelijk recht en ‘genezing' van onrechtvaardige sociale structuren en verhoudingen. Het mag niet zo zijn, dat er nauwelijks meer gesproken wodt over milieuproblematiek - een problematiek waar we in de tijd van het conciliaire proces juist zoveel over geleerd hebben.

Het is belangrijk dat de doven gaan horen, maar het is ook belangrijk dat we de gloeilamp afschaffen. De gloeilamp is een voorbeeld van onrendabel energiegebruik. We hebben er licht van, maar daar gaat heel veel warmte bij verloren. Probeer maar eens een gloeilamp uit de fitting te draaien terwijl hij brandt! Er gaat zeer veel energie verloren. Teveel. Dat heeft ook alles met Jesaja 35 te maken. Niet waar?! Als ons leefklimaat zo wordt aangetast, dat het voor mensen en planten en dieren niet leefbaar meer is, dan is er geen sprake van sjalom. Gelukkig leeft dat besef sterk onder Christenen en zijn ook wij bereid om goede rentmeesters te zijn. En dat besef wordt levend gehouden door o.a. het CEN, (het Christelijk Ecologisch Netwerk) met de vraag of de kerken in september eens wat meer aandacht aan de milieuvragen willen geven. De zorg voor het milieu is een belangrijke invuloefening, weglopend uit de lezingen van vandaag. Amen.


[1] Na de dienst merkte iemand op dat speeksel in Zeeland vroeger wel "moedertjes-zalf"  werd genoemd. Dus toch geneeskrachtig?

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB