spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 27 december 2009 PDF Afdrukken E-mail
Sunday 27 December 2009

Preek gehouden in de Plantagekerk te Harderwijk op zondag 27 december 2009. De lezing was Lukas 2:33-40 aansluitend bij het verhaal in Kind en Zondag. De tekst was tweeledig: vers 33 "En zijn vader en moeder waren verbaasd." En vers 39 "...en ze keerden terug naar Galilea." Gezongen na de preek: Gezang 26:1 "Komt, verwondert u..."

Gemeente van Jezus Christus,
Ze vragen me wel eens: Vind je dat niet lastig met Kerst, elk jaar hetzelfde zeggen met andere woorden. Dan zeg ik meestal: Het is hetzelfde evangelie, maar in een telkens weer andere wereld. En bovendien wordt nauwkeurig bijbellezen altijd weer beloond. Als - laat ik zeggen beroepsbijbellezer - overkomt mij dat herhaaldelijk. Altijd weer zijn er dingen die je nog nooit gezien hebt, waar je altijd overheen gelezen hebt. Neem nu Lukas 1 en 2. Je zou zeggen, dat we dit verhaal nu wel zo'n beetje kennen. En toch zag ik wat nieuwe dingen, die ik u niet onthouden wil.

Lukas maakt bij de compositie van de geboortegeschiedenis gebruik van een paar woorden, die steeds weer terugkeren. Dat is in de eerste plaats het woord verwondering of verbazing (thaumazdoo in het Grieks; ook worden er een paar sterkere uitdrukkingen gebruikt). Zeven maal gebeurt dat in de geboortegeschiedenis. Dat is een te mooi getal om toevallig te zijn. Kijkt u maar met mij mee: 1. De mensen staan verwonderd wat er met Zacharias gebeurd is in de tempel. 2. Maria is onthutst over wat de engel haar vertelt. 3. De buren verbazen zich als Zacharias zijn zoon Johannes noemt. Die naam zat niet in de familie. 4. Allen die horen wat de herders vertellen, verbazen zich. 5. Jozef en Maria verbazen zich over de profetie van Simeon. 6. De 12-jarige Jezus laat de schriftgeleerden in de tempel versteld staan. 7. En vervolgens zijn zijn ouders ontdaan over Jezus' gedrag. Lukas legt volle nadruk op het verbazingwekkende, het buitengewone dat hier plaatsvindt.

En dan is daar een ander woord, dat Lukas steeds gebruikt als hij van het ene verhaal naar het andere overstapt - ook zeen keer! Dat is het woord terugkeren of vertrekken (hypostrefoo; aperchomai). Luister maar weer: 1. Zacharias vertrekt naar huis als zijn priesterdienst erop zit. 2. Als Gabriël aan Maria de boodschap gebracht heeft, vertrekt hij en laat haar alleen. Dan verandert het verhaal weer. 3. Als Maria drie maanden bij Elisabeth is gebleven, vertrekt ze weer naar Nazareth. 4. Hebben de engelen hun lofzang gezongen, dan keren ze weer terug naar de hemel. 5. Hebben de herders het kind gezien, dan vertrekken ze - God lovende en prijzende om wat ze gehoord en gezien hebben. 6. Als Jozef en Maria Jezus hebben voorgesteld in de tempel, dan vertrekken ze naar Nazareth. 7. Als Jozef en Maria de twaalfjarige Jezus hebben gevonden in de tempel, vertrekken ze uit Jeruzalem. En Jezus gaat met hen terug.

We begrijpen wel, dat het woordgebruik meer dan toevallig is: zeven maal verwondering en zeven maal terugkeren. Antieke schrijvers maakten veel vaker zulk soort (taal)grapjes. Tussen de regels door proberen ze daarmee iets te zeggen. Wij doen dat niet meer. Onze taal is te praktisch en te functioneel geworden - te vlak... daar zitten geen dubbele bodems meer in.

Kind op Zondag heeft voor vandaag Lukas 2:33-40. Dat verhaal wordt verteld aan de kinderen en die lezing hebben wij gedaan. De perikoop begint met de verwondering en eindigt met het vertrek. Jozef en Maria verwonderen zich - staan verbaasd - over wat Simeon gezegd heeft. En als ook Anna het kind gezien heeft, vertrekken ze met Jezus naar Nazareth in Galilea.

De dubbele bodem die Lukas voor ons in de geboortegeschiedenis legt, is nauwelijks over het hoofd te zien: Hebben wij ons wel écht verwonderd, deze Kerst? En wat betekent dat als we weer terugkeren thuis? Daar hebben we, denk ik, genoeg aan op deze derde Kerstdag om nog wat over na te denken. En we voelen ons door Lukas ook wel een beetje betrapt, want er is met Kerst wel heel veel sfeer, maar vaak heel weinig echte verwondering. En als we de kerstboom opgeruimd hebben, keren we al te vlug weer terug naar de gewone gang van zaken.

Ik weet niet waarover u zich verbaasd heeft deze Kerst. Ik kan geen gedachten lezen. Wel kan ik zeggen, wat mijn gedachten daarover geweest zijn. Dat ligt besloten in één woord: De Here heeft ons OPGEZOCHT. En dat woord dan in de dubbele betekenis van het woord. Opzoeken is een zoekactie. Van Daale zegt: "iets door zoeken te voorschijn brengen". Als je je bril kwijt ben dan ga je hem opzoeken. Als je gegevens kwijt bent, dan ga je ze opzoeken in een register of database. Maar opzoeken is niet alleen iets zoeken dat kwijt is of verloren. Het is ook op bezoek gaan! Je moet me eens komen opzoeken... Ik heb hem opgezocht in zijn nieuwe woning... De dubbele betekenis van het woord opzoeken wil ik nu toepassen op Kerst.

Kerst betekent: God is ons komen opzoeken. In Christus is Hij naar ons toegekomen. Kijk, daar verwonder ik mij over. Daar verbaas ik mij over! God zoekt ons. Hij brengt ons te voorschijn. Daar is de bijbel vol van. Genesis 3:9 "En de Here riep de mens tot zich en zei tot hem: Waar zijt ge?" Wij verstoppen ons of raken verdwaald, maar God zoekt ons - Hij zoekt ons op. Gods bemoeienis met ons is één grote zoekactie. Hij brengt ons te voorschijn. Hij zoekt zijn volk in Egypte en brengt het aan het licht. Hij zoekt Jona in de buik van de vis en brengt hem te voorschijn. Hij komt ons zo nabij, dat Hij ons menselijk aanspreekt. Hij zoekt Matthéus in het tolhuis. Hij zoekt Zachéus in de vijgeboom.

Daar heb ik mij over verbaasd deze Kerst. God heeft ons opgezocht. Zo'n mooi ‘dubbel-woord'... Hij is bij ons gekomen in Christus en Hij brengt ons te voorschijn. Daar verwonder ik mij over. Waarom zou God dat doen? Mij opzoeken... Mij te voorschijn brengen... In zijn volmaaktheid mist Hij toch niets?! Waarom zou Hij dan gaan zoeken? Mij zoeken... Het mensdom zoeken... Het kan niet anders of het moet uit liefde zijn voor een verloren wereld: Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.

Tenslotte kom ik bij dat tweede woord van Lukas: vertrekken of terugkeren. Morgen is het weer maandag. Dan is de Kerst voorbij. We keren terug naar ons werk, onze collega's, onze contacten en de gewone gang van zaken. Hoe doen we dat? Heeft Kerst ook wat veranderd? Misschien helpt dat woord ‘op-zoeken' ons een beetje in de komende tijd. Kerst betekent, dat je de mensen gaat opzoeken, want je hebt een boodschap voor hen. En je mag ze ook te voorschijn brengen. De arme ellendeling. De hulp geven die nodig is, zodat hij of zij als mens weer tevoorschijn komt. De schuchtere zonderling. Aandacht en belangstelling geven, zodat hij uit zijn schulp kruipt en te voorschijn komt. De vergeten vreemdeling. Opvangen en verder helpen, zodat hij niet langer een nummer is of een dossier, maar als mens te voorschijn komt. De verloren misdadiger. Vergeven en een nieuwe kans bieden, zodat hij zich niet langer hoeft te verstoppen, maar als nieuwe mens te voorschijn komt.

God heeft ons opgezocht. Dat is Kerst. Laten wij op onze beurt die ander opzoeken, zodat hij of zij niet verloren gaat of kwijt raakt. Amen.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB