spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 9 juni 2013 PDF Afdrukken E-mail
Monday 10 June 2013

Preek gehouden in de Stadsdennenkerk te Harderwijk op zondag 9 juni 2013. De lezingen waren volgens het oecumenisch leesrooster I Koningen 17:17-24 (begeleidende lezing) en Lukas 7:11-23 (rector). Na de lezingen hebben wij gezongen van Oosterhuis/Huijbers: Hij ging van stad tot stad.

Lukas 7:11-23
11 Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met hem mee. 12 Toen hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde haar. 13 Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen en zei tegen haar: ‘Weeklaag niet meer.' 14 Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan - de dragers bleven stilstaan - en zei: ‘Jongeman, ik zeg je: sta op!' 15 De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder. 16 Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,' en: ‘God heeft zich om zijn volk bekommerd!' 17 Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek. 18 Johannes kreeg van zijn leerlingen bericht over al deze gebeurtenissen. Hij riep twee van zijn leerlingen bij zich 19 en stuurde hen naar de Heer, aan wie ze moesten vragen: ‘Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?' 20 Toen de mannen bij hem gekomen waren, zeiden ze: ‘Johannes de Doper heeft ons naar u gezonden om u te vragen: "Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?"' 21 Hij genas toen juist veel mensen van ziekten en allerlei aandoeningen en van boze geesten en hij gaf tal van blinden het gezichtsvermogen terug. 22 Hij antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. 23 Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.'

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Toen mijn kinderen klein waren heb ik daar natuurlijk van genoten. Wat ben je daar blij mee, met zo'n klein mensenkind dat leert lopen en leert praten en mamma en pappa begint te zeggen. Nu wij kleinkinderen hebben, lijkt het wel een déjà vu, waarbij je in verhevigde mate geniet. Nog meer verwondering dan vroeger. Nog meer oog voor dat jonge leven - hoe mooi dat is. Maar méér dan vroeger besef je ook hoe kwetsbaar het leven is. Want je moet er toch niet aan denken, dat je een kind of kleinkind missen moet. Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens!

De geschiedenis van de jongen uit Naïn lees ik altijd met de nodige huiver. Zo vertelt Lukas het ook: de mensen werden met ontzetting bevangen. Ook ervaar ik enige moeite als ik Naïn op het preekrooster zie staan. Ik weet namelijk al te goed hoeveel vragen deze pericoop op kan roepen. En ik heb ze in het pastorale werk ook horen stellen: Waarom heeft de Here Jezus mijn zoon niet beter gemaakt; zijn baar niet aangeraakt; zijn lichaam niet opgericht? Niemand van wie geroepen wordt om het Woord te bedienen, mag daarover gemakkelijk of goedkoop spreken. Het evangelie is wel gratis, maar niet goedkoop. Er is duur betaald.

Het plaatsje Naïn lag iets ten zuiden van Nazareth. Beetje hoog gelegen. Vandaar uit kon je uitzien over de vlakte van Jizreël. Het is nog steeds te lokaliseren. De kruisvaarders bouwden er een kerk. Later de Franciscanen. In 1948 in de Arabisch-Israëlische oorlog werd het plaatsje grotendeels verwoest.

Je ziet het voor je. Droevig gebeuren. De jongen in een laken gewikkeld. Een baar gedragen door de mannen. Een moeder daarachter. Weduwe. Enige zoon. Andere bewoners uit het stadje bij haar. Kan 't mistroostiger? Eigenlijk niet. De optocht van de dood.

Dan komen ze daar als ze het stadje uitgaan - door de poorten van de dood - een andere optocht tegen: de optocht van het leven... Jezus en zijn gevolg. En wat daar dan gebeurt is ontzagwekkend. Jezus wordt met ontferming bewogen als hij die moeder ziet. Alles in hem verzet zich tegen dit boekroet van het leven. Het zal zo geweest zijn als bij het graf van Lazarus zijn vriend. Johannes vertelt ons, dat Jezus verbolgen was in de geest. Niet alleen verdriet, maar ook boosheid. En dan doorbreekt Jezus alle taboes. Hij is een rabbi, een heilige man, maar hij raakt de baar aan. Daar wordt je onrein van. Hij raakt het lichaam aan en richt de jongen op, die begint te praten. Jezus geeft die jongen terug aan zijn moeder. Het gaat in deze geschiedenis eigenlijk niet eens zozeer om die jongen. Jezus kan het verdriet van die moeder niet aanzien. Hij geeft de jongen terug aan zijn moeder. Daar gaat het om. Als u verwacht dat ik dit wonder ga verklaren of wetenschappelijk aannemelijk ga maken, dan moet ik u teleurstellen. Ik ga het niet eens proberen.

Ik zal u iets anders vertellen. En het gaat weer even niet om die jongen, maar om zijn moeder. Er staat: "Toen de Heer haar zag, werd hij met ontferming bewogen." Toen de Heer haar zag! Er staat niet: Toen Jezus haar zag. Nee, de Heer, de kurios! Dat is de naam waarmee God in het Griekse Oude Testament wordt aangeduid. Hier is God Zelf aan het werk... de Almachtige, de Schepper van hemel en van aarde, die het in onze wereld Pasen heeft laten worden.

Onthoudt u maar, dat dit de eerste keer is in de evangeliën, dat Jezus met de Godsnaam wordt aangeduid. ‘Here Jezus' is de grote erenaam die we aan hem geven. Elke keer als wij ‘Here Jezus' zeggen, belijden wij de god(delijk)heid van Jezus. En als we onze kinderen leren bidden tot de ‘Here Jezus' zeggen we daarmee: Jezus is ‘God die bij ons is' en hij kan je helpen. Als je dat niet gelooft, moet je die naam ook niet gebruiken.

Met opzet hebben we ook de verzen gelezen, direct volgend op Naïn, waar Johannes de Doper laat vragen aan Jezus: Ben u nou écht de Messias? En dan antwoordt Jezus: Kijk maar om je heen. Het koninkrijk is komende. Blinden worden ziende, doven gaan horen, lammen gaan lopen, melaatsen worden gereinigd. En dan zouden wij het meest opzienbarende voor het laatst bewaren: "En doden worden opgewekt..." Als klap op de vuurpijl. Maar Jezus noemt als laatste "En armen ontvangen het evangelie." Dat is de eindconclusie: Armen ontvangen het evangelie. Daar gaat het om. Die moeder krijgt haar zoon terug.

Dat beeld van die optocht laat mij niet los. Jezus houdt met zijn volk een optocht van het leven. Waar hij de optocht van de dood tegenkomt gebeurt er een Godswonder. Dan komen mensen weer in beweging, kijken ze op, gaan ze luisteren, worden ze rein. En wie gevangen zijn in het rijksgebied van de dood houden uittocht en ontvangen nieuw leven.

In het katholieke zuiden - vroeger meer dan tegenwoordig - houden ze processies. Dan dragen ze hun heiligenbeelden en relikwieën met zich mee. De optocht van het leven! Laten ook wij met elkaar de optocht van het leven houden. Met Christus in ons midden. En overal waar hij komt, raakt hij de mensen aan en ontvangen ze nieuwe hoop, nieuwe blijdschap en nieuw leven. En als wij straks naar voren komen om brood en wijn te ontvangen houden ook wij de optocht van het leven.

De optocht van de dood en de optocht van het leven. Laatst zag ik een TV-reportage over Syrië - over een student uit Ede die al een half jaar rijdt met hulpgoederen van Turkije naar Aleppo. En daar staan de mensen in de rij om hulppakketten in ontvangst te nemen. De optocht van de dood; de optocht van het leven. Straks zullen wij ons collecte houden voor dak- en thuislozen en voor dagopvang bij de Stichting De Ontmoeting. De optocht van het leven! Armen ontvangen het evangelie. Laten we met Jezus de processie houden van het nieuwe leven.

Hij ging van stad tot stad; Hij sprak, tot u ben ik gezonden. Voor zieken en gewonden had hij een woord, een onderdak. Hij gaf aan blinden het gezicht; de nacht heeft hij verdreven. Gaf doden weer het leven. Waar hij voorbijging werd het licht. En al wie Jezus' naam belijdt, zal wonderen verrichten. En als een lamp verlichten - de lange gang van onze tijd. Amen.

Gebed:
Heer, onze God, wij danken u dat Jezus gekomen is en de optocht van het leven houdt, een steeds aanzwellende stroom van volgelingen, die blijdschap brengen en nieuwe leven. Een beweging door de wereld heen om terug te geven wat ontbreekt. Het Godswonder, dat mensen voedsel ontvangen - allen die hongeren naar eten, naar recht. Dat mensen blijdschap ontvangen in hun verdriet. Nieuw leven en nieuw perspectief, waar alles doods en dood is. Heer, Als wij de optocht van het leven houden, geef ons dan terug, wat we in het paradijs verloren: het eeuwige leven. Door Xp. onze Heer. Amen.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB