spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Restitutie of Reformatie PDF Afdrukken E-mail
Thursday 18 March 2010

Toespraak gehouden voor de afdeling Noordwest Veluwe van het Confessioneel Gereformeerd Beraad op 17 maart 2010 in de Immanuelkerk te Ermelo.

Restitutie of Reformatie
(vooraf: Restitutie betekent voor de boekhouder ‘terugbetalen’. Voor de rechtsgeleerde betekent restitutio in integrum: volledig herstel in de vorige staat. Voor de medicus betekent het herstel of genezing. Het woord heeft ook een theologische betekenis. Daar wil ik het met u over hebben vanavond. En we zullen daarbij ontdekken dat het staat tegenover het begrip reformatie.)

Geachte toehoorders,
Van het woord ‘nieuw’ gaat een magische kracht uit. Fabrikanten van allerlei producten hebben dat altijd al geweten. Je koopt niet zomaar een pak Omo. Nee, Omo is vernieuwd! Het predikaat ‘nieuw’ verzekert ons van een goed product. Een nieuwe formule, een nieuw procédé, in vernieuwde samenstelling, in een nieuwe verpakking. We eten nieuwe haring en de nieuwe zomercollectie is binnen.

Er wordt handig gebruik gemaakt van het bijvoeglijk naamwoord ‘nieuw’ om daaraan een bepaalde identiteit, een bepaald image te ontlenen. Er wordt gewerkt met nieuw élan en volgens nieuwe inzichten. Er is een Nieuw Apostolische Kerk En in sommige steden is er een Nieuwe Kerk – dit in tegenstelling tot de Oude Kerk. Dat de Nieuwe Kerk soms ook al vijftig jaar oud is, doet er niet toe. Nieuw staat garant voor fris en eigentijds. Nieuw blijft nieuw.

Het is bijna onvermijdelijk dat in de kerk ook alles nieuw moet wezen. Arnold van Heusden neemt afscheid op 16 april als directeur van de EA. Per brief laat hij weten aan de leden dat de EA goed bezig is. De organisatie is een begrip geworden als het gaat om samenwerking tussen christenen, stem geven aan ideeën en – daar komt het – innovatie in de verkondiging van het Evangelie. Innovatie. Het toverwoord ‘vernieuwing’. Op zaterdag 17 april wordt er in Voorthuizen een vernieuwingsfestival gehouden. Een feestelijke dag op vijf locaties in het centrum van Voorthuizen met Henk Binnendijk, Kees Kraaijenoord, Otto de Bruijne en Martin Brand over het thema ‘Eerste liefde’. Gratis toegang voor iedereen. Speciaal weekend-arangement op camping ’t Beloofde Land. Vijftien jaar Evangelisch Werkverband als – jawel – vernieuwingsbeweging binnen de Protestantse kerk in Nederland. Jan Hendriks, gemeente-opbouw-goeroe van de PKN-kerken presenteert vrijdag 26 maart in Utrecht zijn nieuwe boek. En het kan niet uitblijven. Het heet ‘Kerkvernieuwing als uitdaging’. Een praktische methode van vernieuwende kerkopbouw genaamd de ‘appreciative inquiry’. Nieuwe inzichten uit de organisatietechniek worden toegepast op de gemeenteopbouw. Het is altijd weer de vraag hoe ‘kerk-eigen’ die inzichten en begrippen zijn. De congenialiteit met de bijbel! In de tijd van de ‘vitale en aantrekkelijke gemeente’ werd aan Hendriks eens de vraag gesteld of je er ook een tankstation rendabeler mee kon maken. Hij sloot dat niet uit.

Het loont de moeite om eens een lexicologische studie te maken van het bijbelse begrip ‘nieuw’ (chadasj; kainè) Er is naast het alledaags gebruik een theologisch gebruik. Als in het Oude Testament het woord nieuw in een theologische betekenis wordt gebruikt komen we bij uitdrukkingen al een nieuw verbond of een nieuwe geest (Jer. 31:31; Ps. 51:12). Daar kom ik straks op terug. In het Nieuwe Testament komen we het woord nieuw (kainè) tegen in de eschatologie of de ‘realized eschatology’ (C.H. Dodd): Het nieuwe Jeruzalem, een nieuwe schepping, de nieuwe Adam.

Ik pleit er niet voor om in de godsdienst een argeloos of reclameachtig gebruik te maken van het woord nieuw. Daar kunnen alleen maar ongelukken van komen. Tegelijkertijd ligt daar bij velen het verlangen naar nieuw leven, opwekking, echtheid. Laten we dus maar eens kijken wat voor processen daar allemaal spelen en of we daar een beetje vat op kunnen krijgen. Allereerst is er dan een stukje geschiedbeschouwing nodig.

In de geschiedbeschouwing zijn er twee blikrichtingen. Daar is de opvatting van geschiedenis als een cyclisch proces en die van geschiedenis als een lineair gebeuren. Een cirkel en een lijn. De cyclische opvatting komt vooral bij de Grieken vandaan. We vinden het al bij de voorsocratici. De geschiedenis komt tenslotte weer uit op het punt waar alles begonnen is. Er is een weg omhoog (hodos ana) en een weg terug (hodos kato; Heraclites). Opgang en neergang. In de Joods-christelijke traditie is de kring doorbroken. De geschiedenis is geen cirkel maar is lineair. Er zijn wel denkers geweest die het verschil in blikrichting vergeleken hebben met Odysseus en Abraham. Odysseus komt na zijn lange reis weer op Ithaka terug en Abraham komt na zijn lange reis nooit meer in Ur der Chaldeeën.

Deze verschillen in historisch besef spelen ook een rol in het verlangen naar echtheid en vitaliteit. In het cyclische denken wordt altijd teruggevraagd naar het uitgangspunt. We gaan weer terug naar de oorsprong. We gaan weer terug naar de bron. Zo komen we tot oorspronkelijkheid en herbronning. Er wordt gedacht aan restauratie. De bressen in de muren herstellen (Jesaja 58:12). Terug naar het paradijs. Daar was alles nog goed en mooi. De geschiedenis die daarop volgde is eigenlijk alleen maar een proces van verval en degeneratie geweest. Dat gaat een tragisch en pessimistisch wereldbeeld achter schuil. We moeten weer terug. Een nieuw begin… Het lineair historisch besef denkt niet aan restauratie, maar veeleer aan elevatie (verheffing). Het nieuwe Jeruzalem is niet een paradijselijke situatie. Daar zit iets tussen. Namelijk de geschiedenis en wat de geschiedenis heeft opgebracht – wat de geschiedenis heeft gebeurd (in de zin van ‘beuren’ – verkrijgen). Het lineair historisch besef wordt gedragen door een optimistisch wereldbeeld. Er is ware vooruitgang, progressie. Daar is het onafleidbaar nieuwe!

In de godsdienstige beleving spelen deze historische mechanismen vaak een beslissende rol, ook al worden ze niet altijd onderkend. Dat wil ik samenvatten in die twee woorden, die ik boven mijn toespraak heb geschreven: Restitutie of Reformatie. We gaan daar eens wat beter naar kijken.

Het woord Restitutie kwam ik voor het eerst tegen jaren geleden, toen ik voor de tent in Olpe bij de Biggesee het boek las van dr. B. de Groot: de Anabaptisten. Nonconformisten in de zestiende eeuw. Naar alle waarschijnlijkheid hebben we wel eens gehoord van het Münsterse avontuur van Jan van Leiden en de treurige afloop van al die gebeurtenissen met de inname van Münster 1535, de val van het Doperdom en de terechtstelling van Jan van Leiden samen met Berend Knipperdolling en Berend Krechting in jan 1536 waarna ze in kooien werden opgehangen aan de toren van de Lambertuskerk. We hebben hier een schoolvoorbeeld van een historisch besef dat voornamelijk terugvraagt naar de bron, naar de oorsprong. Alles wat dicht bij de bron is, is echt.

Een beetje kerkgeschiedenis is niet onaardig en ook nodig voor een juist verstaan. Dat Münster zo rond 1530 in snel tempo dopers werd is vooral het werk van Berhard Rothmann, de – laten we maar zeggen – theoloog van de Münsterse Anabaptisten. Hij werd geboren in 1495 in Stadtlohn niet ver van de huidige Nederlands-Duitse grens en was de zoon van een dorpssmid. Hij krijgt een kerkelijke beurs en studeert in Keulen. Hij wordt Magister en krijgt dan een heimelijke toelage van de gilden in Münster om bij Luther in Wittenberg te studeren. Daarna wordt hij evangelisch prediker in München en ontketent in 1531 een Beeldenstorm. De bisschop geeft hem een kanselverbod, maar daar stoort hij zich niet aan. Hij predikt gewoon door - eerst op het kerkhof van de Lambertuskerk en later weer gewoon in de kerk. Zijn aanhang groeit enorm. Hij denkt sacramentarisch, dat wil zeggen dat hij het sacrament (met name het Heilig Avondmaal) vooral als een teken of symbool ziet en niet als een werktuig van de genade. In 1532 legt de bisschop zijn ambt neer. Als katholiek ambtsdrager was hij de geestdrijverij van de evangelischen (hervormingsgezinden) beu. De zondag daarop al bedient Rothmann het avondmaal onder twee tekenen. De gemeente krijgt naast brokken tarwebrood nu ook wijn. In Westfalen wordt een tarwebrood een stoet genoemd. Zo kreeg Rothmann de bijnaam van Stoetenberend. Onder de volgende bisschoppen Erik van Brunswijk en Frans van Waldeck wordt de toestand steeds gespannener. De rijke katholieken beginnen de stad te verlaten. Op 15 juli 1532 wordt Münster officiëel evangelisch verklaard. Rothmann haalt vijf evangelische predikanten naar de stad en tegenstanders worden met Kerst 1532 van hun bed gelicht en als gijzelaars vastgehouden. In augustus 1533 weigert Rothmann nog langer om kinderen te dopen. In het jaar 1534 begint het herdopen. Ook Rothmann laat zich opnieuw dopen. Op 5 januari 1534 worden maar liefst 1400 mensen gedoopt. Op 13 januari komt Jan van Leiden naar Münster en neemt zijn intrek bij burgemeester Knipperdolling om het anabaptisme in Münster te versterken. In februari 1534 neemt Jan Matthijs de macht in de stad over en na diens dood wordt Jan van Leiden de nieuwe profeet die het koninkrijk Münster sticht. Het is dan rond Pasen 1534. Nog weer later roept hij zichzelf uit tot koning naar oudtestamentisch model. Wie daarover in geromantiseerde vorm wil lezen, verwijs ik graag naar het boeiende boek van Robert Schneider uit 2004 Jan van Leiden. Het turbulente leven van de koning van de Wederdopers. Historische roman, vertaling 2008.

Bernard Rothmann is – zoals ik al zei – de theoloog van het anabaptisme in Münster geworden. Er zijn verschillende geschriften van hem bewaard gebleven. Het bekendste is het boekje ‘Restitutie’. Het verscheen in oktober 1534 om de uitgezonden apostelen tot handleiding te dienen. Apostelen waren doperse broeders die vanuit Münster naar andere plaatsen gezonden werden om het anabaptisme te propageren. De titel ‘Restitutie’ verwijst naar Handelingen 3:21 waar sprake is van de wederoprichting van alle dingen. Rothmann bedoelt daarmee een terugkeer naar de oorsprong, de eerste christengemeente, de paradijstoestand. Geen oplappen van de bestaande kerk, maar vernieuwing. Een nieuw begin.

Dit verlangen naar oorspronkelijkheid ging in Münster zo ver, dat het kwam tot een soort kopiëren van oud- en nieuwtestamentische verhoudingen: de volwassenendoop want dat is de bijbelse doop, de goederengemeenschap (als in Handelingen 2), het herstel van Davids koningschap voor Jan van Leiden en een opnieuw invoeren van de polygamie. Restitutie was het parool. In een poging het Latijnse woord te vertalen, zouden we kunnen zeggen: opnieuw neerzetten. Misschien helpt de technische term ‘re-setten’ ons. Als je een CV-ketel of een computer reset dan keer je terug naar de standaardinstellingen. Je gaat voorbij aan het werk en de bewerkingen die daar geweest zijn. Die gegevens gaan verloren. En dat is maar goed ook want die hebben het probleem juist veroorzaakt. Er zijn gelovigen die willen re-setten. Terug naar de bron. Daar is alles nog goed.

Het woord ‘Reformatie’ hoef ik in deze kring niet te introduceren. Het woord zegt het al. Reformatie tracht een betrouwbaar gebleken waarheid in een nieuwe vorm aan te bieden. Re-formatie! Dit getuigt van échte hermeneutiek, vertaalkunde. Oude zaken worden niet domweg overgeplaatst, maar ze worden doorvertaald naar een nieuwe tijd, naar nieuwe verhoudingen, naar een nieuwe samenleving. Om dezelfde dingen te zeggen moet je het altijd weer anders zeggen. Voor de latinisten onder ons: Dat is het verschil tussen alius en aliter. Je moet het steeds op een andere manier doen en zeggen als je hetzelfde beoogt en wilt bereiken.

De beroemde theoloog Noordmans zou in dit verband gesproken hebben van gestalte en Geest. Wat de Heilige Geest ons leert, moet in elke tijd weer nieuw gestalte krijgen. Dat doe je niet met ‘restitutie’, met een reset-christendom. Daar wordt wel veel over de Heilige Geest gesproken, maar Hij wordt tenslotte niet serieus genomen. Dat is wel zo in de reformatorische traditie. De Geest noopt ons om aan het evangelie, aan de blijde boodschap steeds weer opnieuw gestalte te geven. Niet met zevenmijlslaarzen terug door de geschiedenis naar het begin – alsof er in 20 eeuwen Christendom niets veranderd is – maar steeds opnieuw gestalte geven. De ecclesia semper reformanda. Geen reset-kerk, maar de reformatorische kerk.

Ik probeer tot een afsluiting te komen. Er is in de kerk verlangen naar vernieuwing. Dat verlangen deel ik met velen, maar laten we dan wel helder stellen wat we onder vernieuwing verstaan. Als het aan mij ligt geen restitutiekerk, maar wel een reformatorische kerk. Er zijn zo een paar van die dingen waar je het verschil aan herkent. Restitutie-gelovigen gebruiken opvallend vaak het woord ‘bijbels’. De bijbelse doop! Iets is goed omdat het ‘bijbels’ is. Vroeger sprak de kerk over de imitatione Christi, de navolging van Christus. Tegenwoordig horen we niet zelden spreken over ‘discipelschap’. Dat klinkt bijbels. En klinkt ook dierbaar. Maar toch moeten we ons afvragen of discipelschap wel hetzelfde is als navolging. Ik doe de dingen niet omdat ze bijbels zijn, maar omdat ze christelijk zijn. Dat is nu precies het verschil. En ik vind het al heel wat als je christelijk probeert te denken en te spreken en te handelen.

En als het gaat om vernieuwing, dan kijk ik altijd graag naar Josia in II Kon 22, 23, die de tempel restaureert en de godsdienst hervormt. Hij scheurt zijn klederen, laat de wetrol voorlezen en sluit een verbond met de Here. Die beweging is altijd weer nodig: verootmoediging, lezen en herlezen van Gods Woord en een nieuw verbond. Dat wil zeggen: opnieuw de relatie bekrachtigen die God met ons heeft. Een nieuw verbond! Opnieuw op weg gaan met Hem. Dat brengt altijd hervorming (re-formatie)… geen restitutie. Ik dank u voor uw aandacht.

A.S.L. Woudenberg
17 maart 2010

 

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB