spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Cobben, P., Hegel-Lexikon PDF Afdrukken E-mail
Thursday 04 January 2007

Hegel-Lexikon, Hrsg. v. Paul Cobben, Paul Cruysberghs, Peter Jonkers und Lu De Vos, Darmstadt 2006, ISBN-13: 978-3-534-16895-8.

Voor wie geïnteresseerd is in de filosofie van het idealisme kwam er onlangs een geweldig hulpmiddel op de markt nl. een nieuw Hegel-Lexikon. Het betreft een luxe uitgave van de WBG (Wissenschaftliche Buchgesellschaft, Darmstadt 2006) onder redactie van de Tilburgse hoogleraar Paul Cobben. Euro 49,90 maar dan heb je ook wat.

Cobben zegt in het voorwoord dat het Lexikon ‘zumindest ein Hifsmittel für einen leichteren Zugang zu den Originaltexten darstellen würde'. Daaruit spreekt een bescheidenheid die de redacteur past. Ik zou het een geweldig hulpmiddel willen noemen. Het is als met zoveel filosofen... Om Hegel te lezen moet je de hegelsche (hegeliaans slaat m.i. teveel op zijn epigonen!) begrippen kennen. En om de hegelsche begrippen te leren kennen moet je Hegel lezen. Wie dit kringetje wil doorbreken, grijpt niet tevergeefs naar het nieuwe Lexikon.

Aan het boek heeft een keur aan Hegel-kenners meegewerkt. De kernredactie is afkomstig uit de kring van het Centrum voor Duits Idealisme waarvan Cobben sinds de zomer van 2006 de nieuwe voorzitter is. Medewerking wordt verleend door een internationaal gezelschap van wetenschappers die hun sporen reeds hebben verdiend bij wat de Duitsers noemen ‘de Hegelforschung'. Daarmee is echter een probleem gegeven nl. dat van de Hegel-interpretatie. Diverse schrijvers in één band kunnen gemakkelijk een verschillende kijk op Hegels filosofie vertegenwoordigen. Dat kan echter niet bezwaarlijk zijn voor wie erop bedacht is. Het probleem wordt overigens ook in het boek zelf gesignaleerd.

Ruggengraat van het Lexikon is een onderverdeling van Hegels geschriften in veertien secties. Te weten: 1. Frühe Schriften; 2. Jenaer kritische Schriften; 3. Jenaer Systementwürfe; 4. Phänomenologie des Geistes; 5. Logik; 6. Naturphilosophie; 7. Subjektiver Geist; 8. Objektiver Geist (Grundlinien der Philosophie des Rechts); 9. Philosophie der Geschichte; 10. Tagespolitische Schriften; 11. Philosophie der Kunst; 12. Religionsphilosophie; 13. Philosophie und Geschichte der Philosophie; 14. Enzyklopädie der philosophischen Wissenschaften. Deze indeling is gemaakt op grond van deels chronologische en deels  systematische criteria. Dat het ook anders kan, blijkt bijv. uit de manier waarop Hegels werken verdeeld zijn over de banden van de Gesammelte Werke of de Theorie-Werkausgabe. De veertien secties vormen de grondslag van de zgn. ‘Werklemmata' uit hoofdstuk 2. Daar worden de secties achtereenvolgens besproken - steeds door een auteur die gezaghebbend is op het desbetreffende deelgebied of de aldus afgebakende periode van Hegels werkzaamheid. Aan deze bespreking van Hegels werken gaat een ‘Werkbiographie' vooraf in hoofdstuk 1 die geschreven is door Cobben en die zich baseert op het alom geprezen boek van Terry Pinkard: Hegel. A Biography (0xford 2000). De biografie geeft een overzicht van Hegels academische werkzaamheid door de jaren heen. Wie niet zo vertrouwd is met Hegelteksten zou kunnen beginnen met de ‘Werkbiographie' (hfdst. 1) en daarna sectie nr. 4 (hfdst 2) kunnen lezen over de ‘Phänomenologie des Geistes'. In dit werk komen de lijnen voor het eerst samen (Hegels uiteindelijke ‘Systementwurf') en worden door de tijd heen verder getrokken. De auteur van deze bespreking is Cobben zelf, die zich de ‘Phänomenologie des Geistes' natuurlijk niet liet ontnemen. In eerdere geschriften heeft hij zich een autoriteit betoond in de interpretatie van de Phänomenologie en is bekend om zijn immanente kritiek op Hegel (kritiek op de Logik en de Grundlinien vanuit de consistentie van de Phänomenologie).

In hoofdstuk 3 van het Lexikon (S. 113-512) vinden we de alphabetische behandeling van Hegels grondwoorden. Daarvan is een selectie gemaakt, gebaseerd op de veertien hiervoor genoemde secties. Dit lexikon is met recht een geweldig hulpmiddel voor wie Hegel met goed gevolg lezen wil. Ook waar men denkt op bekend terrein te zijn, bewijst het lexikon goede diensten. Wie bijvoorbeeld het lemma ‘These' raadpleegt, komt er achter dat de triade these-antithese-synthese eerder hegeliaans dan hegels te noemen is. Het feitelijk gebruik van die begrippen ligt bij Hegel genuanceerder dan wij vaak denken: "In keiner Schrift verwendet Hegel das These-Antithese-Synthese-Schema. Er mokiert sich vielmehr über das Zählen der Begriffsmomente und das Verwenden festgelegter Schemata." (Lu De Vos). Op het lexicologisch gedeelte volgt in hfdst. 4 dan nog een index waarin begrippen staan die geen eigen lemma gekregen hebben. In hfdst 5. volgt tenslotte een Hegel-bibliografie en een lijst van medewerkers. Een prachtig boek en een mooie aanwinst voor iedere filosofisch geïnteresseerde onder ons.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB