spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Symposium Plantagekerk 22 mei 2008 PDF Afdrukken E-mail
Friday 23 May 2008

ImageDe 75-jarige

Op donderdagavond 22 mei werd er in de Plantagekerk te Harderwijk een symposium gehouden ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van deze kerk. Het thema was: "Kerk naast de stad; gelovig eiland of buurthuis met geloof." Het thema werd ingegeven door het feit dat de Plantagekerk net buiten de muren van de oude stad staat. Eiland of buurthuis spreken voor zich. Na de opening in de kerkzaal door ds. Gerhard Heeringa met gebed en zang werd het symposium gehouden in een van de zalen van de kerk. Goos van Steinvoorn was voorzitter en op uitnodiging spraken voorganger Gerard van der Schee uit Almere en ds. Hans van Ark uit Wezep.

Gerard van der Schee, voorganger in Almere, voorheen adjunct-directeur van de Evangelische Alliantie zette in met de drie kernwoorden van het symposium: kerk, eiland en buurt. Ten aanzien van de kerk als gebouw noemde hij drie inspirerende voorbeelden uit het land van multifunctioneel gebruik gericht op de buurt. Een kerk annex snackbar, een kerk met aangebouwd uitvaartcentrum en een kerk die een school met sportzaal aankocht, maar de sportzaal in tact liet om zo de mensen binnen de kerk te krijgen. Leermoment: De kerk dient zich af te vragen hoe ze open kan staan richting buurt, dorp of stad. De kerk als ‘eiland' kan als metafoor positieve en negatieve betekenis hebben. Als de kerk als eiland (in de exotische betekenis van het woord) ervaren wordt, kan ze een pleisterplaats worden, een stukje rust brengen: een oase! De kerk mag geen eiland zijn in de zin van wereldvreemd of bolwerk binnen de muren. T.a.v. de buurt liet van der Schee een waarschuwend geluid horen. De kerk moet in geen geval de gaten vullen, die de overheid sociaal-maatschappelijk laat liggen. Niet doen! Bij de opvang van daklozen, alleenstaande moeders of bij de buitenschoolse opvang moet men zich altijd afvragen of men tot een dergelijke inspanning ook langdurig in staat is. Men kan dan beter in een buurthuis mee gaan helpen. Van der Schee noemde ervaringen uit het land waar de kerk met hulp in de buurt veel goodwill verwierf en als compliment meekreeg: "Voor het eerst sinds jaren hebben we nu eens  betrouwbare medewerkers in huis!" Het werken aan relaties is buitengewoon belangrijk: de R-factor! Als we ergens goed in willen zijn, laten we dat dan zoeken in de relaties (God-mens, mens-mens, mens-wereld). Nodig mensen uit de buurt uit om mee te denken over opvoeding, over het hanteren van conflicten. Geef een marriage course. Doe iets met de Micha-cursus. Praat niet over de dingen ‘die het verschil maken', maar zegen de buurt met je aanwezigheid. Probeer als kerk een brug te zijn.

Hans van Ark, predikant in Wezep begon met erop te wijzen dat Nederland één grote stad of één groot dorp geworden is. Als vuistregel stelde hij: De kerk moet zijn waar de mensen zijn en niet andersom. Vraag je eens af waar de mensen zijn, waar ze fysiek zijn! Op het station? Op het voetbalveld? Op de boulevard bij zomerdag? Waarom houden we geen kerkdienst op het voetbalveld bij het naderend EK? Van Jezus zijn niet zoveel preken bekend in de synagoge. Hij was altijd buiten. Hij zocht de mensen altijd op waar ze waren. Vraag je als gemeente (van Ark spreekt liever over kerkgemeenschap) af waar de mensen mee bezig zijn. De kerk moet leren om vanuit de mensen te denken om wie het gaat. Wij zijn daar over het algemeen niet sterk in. We manifesteren onszelf niet naar buiten. Waar zijn bijv. vanavond op dit symposium de journalisten? Komt het ook in de krant? Het verhaal moet gecommuniceerd worden. Probeer de activiteiten ook uit te lijnen op groei. Het is niet verkeerd om naar de getallen te kijken. Meten = weten. Kerken kunnen groeien, mits zij bereid zijn om te veranderen, waar het gaat om de liturgie of de aard van de activiteiten etc. Waar is de jeugd mee bezig. Kunnen we ze daar ook opzoeken en opvangen? Met een viertal voorbeelden illustreert van Ark wat hij bedoelt: 1. een christen die een lunchcafe begint in een kantorenwijk. 2. Een gemeente die de kerkzaal verhuurt als concert- en feestruimte, terwijl de predikant ongedwongen gesprekjes aanknoopt... 3. Een selectie in de opleiding van predikanten (in Oxford) waarbij gelet wordt op missionaire kwaliteiten. 4. ‘Mixed economy': geef een gevarieerd aanbod. Diversificeren in kerkdiensten: traditioneel, met band, avondgebed etc. De kerk mag best een gelovig eiland zijn, maar moet dan wel verbijzonderen. Pluriform zijn. Daarom i.p.v. avonddienst afschaffen juist meer avonddiensten op stapel zetten, rekening houdend met diverse doelgroepen. Acht vuistregels geeft van Ark mee: 1. Meten is weten; 2. Heldere visie (wie zijn we, wat willen we); 3. Zonder goede PR gaat het niet; 4. Zorg ervoor dat nieuwkomers (zoekers) zich thuisvoelen in de gemeente; 5. kwantitatieve en kwalitatieve groei gaan hand in hand; 6. Als de leiding van de gemeente zelf niet het voortouw neemt houdt het geen stand - inspirerend leiderschap!; 7. Meer aanbod in diensten. De avonddiensten dus juist niet afschaffen; 8. Durven! Durf fouten te maken. Durf je nek uit te steken. Niet te bescheiden zijn; 9. Groei is een bijbelse opdracht.

Na de pauze werden er vragen gesteld aan beide referenten. Waar haal je de medewerkers vandaan bij grote projecten? Antwoord: Als je begint komen ze vanzelf! Ook moet je ze allemaal iets te doen geven. Iedereen heeft iets gekregen om in te zetten. Over het algemeen zijn kerken slecht in het opzetten van projecten. Het is niet noodzakelijk, dat predikanten daarin het voortouw nemen. Een predikant die het zelf niet in zich heeft, kan beter delegeren. Er moet echter nog veel veranderen in ‘domineesland'. De kerk is veel teveel op zichzelf en op overleven gericht. Het is noodzakelijk dat de kerk zich eindelijk leert richten op de mensen om wie het gaat - degenen die wij met Jezus in aanraking willen brengen. Met het oog daarop weten predikanten maar moeilijk samen te werken. Hun studieverlof zou meer het karakter moeten krijgen van bijscholing. Gerard van der Schee sprak zich uit voor teams die leiding geven in de gemeente. Op de vraag of het allemaal niet erg ‘marketing-achtig' gebracht werd, antwoordde Hans van Ark met de bijbeltekst uit de pericoop van de onrechtvaardige rentmeester waar staat dat de kinderen van deze wereld vaak met meer overleg te werk gaan als de kinderen van het licht (Lukas 16:8). Het is helemaal niet erg om ook naar de getallen te kijken. Iedere organisatie die zichzelf respecteert doet dat. We moeten in de kerk niet een vaardigheid in saneren ontwikkelen. We moeten het proces omkeren. De kerk moet zichzelf naar buiten richten en mensen zien te bereiken met de boodschap. Er werd gewezen op het boek van Jan Hendriks over de gemeente als herberg. Het is vreemd dat het boek na bespreking in diverse kringen weinig heeft uitgewerkt. Nu het in het Duits vertaald is brengt het bij onze oosterburen een hype teweeg. Waar komt het vuur vandaan om echte verandering te brengen? Wie legt de brug naar mensen toe? Wie heeft er nog een droom? Op de vraag aan Hans van Ark wie het werk overneemt als hij vertrokken is, antwoordde hij: Predikanten dienen zo te werken dat het werk ook onafhankelijk van hen door kan gaan. Ook haalde hij het beeld aan van Jezus, die drie jaar lang in 12 mensen investeerde... Zou er in een gemeente met veel medewerkers niet een vrijwilligerscoördinator moeten zijn? Inderdaad kan het heel erg helpen als in kaart wordt gebracht wie waar werkt in de gemeente en hoe lang sommigen dat al doen. In Wezep en bijv. ook Koog aan de Zaan zijn goede resultaten bereikt. Iemand vroeg of de boodschap niet het gevaar loopt schuil te gaan achter de projecten en de aantallen. De referenten zagen daar geen probleem. Als we ons maar aan de opdracht houden van Jezus: Ga heen en maakt allen tot mijn discipelen! Ook wezen zij erop dat het Christendom wereldwijd de snelst groeiende religie is. Het fatalisme dat vaak over ons kerkzijn heen ligt is een typisch Europees en misschien wel vooral een Nederlands probleem. De uitkomst van het symposium kan wellicht het beste in de volgende punten worden samengevat: 1. De kerk dient zich te richten op mensen die Christus niet kennen; 2. De kerk dient een ‘gunnende' houding aan te nemen - niet een verwijtende of waarschuwende houding maar een gunnende: Ik gunt 't je. 3. Zoek mensen op waar ze zijn en toon belangstelling voor wie ze zijn en wat ze bezighoudt. Het gesprek over het geloof is ‘next'. 4. Durf uitdagingen aan te gaan. Aan het eind van het symposium vroeg de voorzitter Goos van Steinvoorn aan de referenten met welke krantenkop ze morgen het liefste zouden wakker worden. Van der Schee: "Antilliaanse jongeren enthousiast voor Jezus." Van Ark: "Voetbalveld in Wezep te klein voor openluchtdienst."

Image Hans van Ark
Image Goede belangstelling

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB