Eenzaam maar niet alleen
Sunday 08 February 2009

Week 6 - 2009
Wel eens nagedacht over de woorden ‘eenzaam' en ‘alleen'? Koningin Wilhelmina speelde met die woorden toen ze de titel voor haar biografie koos. Het zijn woorden die door alle denkers over spiritualiteit benoemd en toegelicht worden. Henri Nouwen maakt in zijn boeken onderscheid tussen loneliness (alone) and solitude. Loneliness is de ervaring van het alleen zijn, de mens die op zichzelf teruggeworpen is, maar zich daarin toch een voelt met het al. Alleen =  al  een. Eenzaamheid (solitude) is de ervaring van een mens die zich juist afgescheiden voelt van of uitgestoten door de wereld en de mensen om zich heen. Eenzaamheid is een negatief gevoelen. Ik denk dat we het nog het beste kunnen omschrijven met het woord ‘verlatenheid'. Alleen zijn daarentegen is niet iets om bang voor te zijn. Daarom ook spreekt Anselm Grün in zijn boek ‘Honderd engelen' over de engel van het alleen zijn: "Ik wens je de engel van het alleen-zijn toe, dat hij je in een vruchtbare eenzaamheid brengt, in de eenzaamheid waarin je jezelf zo leert kennen als je werkelijk bent, waarin je jezelf niet interessant kunt voordoen, maar met je naaktheid wordt geconfronteerd. Als je de moed opbrengt alleen te zijn, kun je ook ontdekken hoe mooi het kan zijn om eens helemaal op jezelf te zijn, niets te hoeven laten zien, jezelf niet te hoeven bewijzen, je niet te hoeven waarmaken. Dan kun je misschien de ervaring opdoen dat je helemaal een bent met jezelf. Dat zit immers in het woord alleen-zijn = al een zijn, en wel in drie opzichten. In de eerste plaats: helemaal met jezelf zijn... De tweede betekenis van alleen zijn slaat op alle mensen: met alles en allen een zijn, je in je diepste wezen met alle mensen solidair en een voelen... De derde betekenis van het alleen zijn heeft met dat ‘al' te maken... In het alleen zijn merk ik, dat ik met alles, met het laatste, met de oergrond van al het zijn een word. En deze ervaring van het alleen zijn behoort wezenlijk bij de mens." (p. 65-67) Dit is de ervaring van de woestijnvaders, die zich terugtrokken in de woestijn om juist zo bij zichzelf en bij alles en allen te zijn. Ook Jezus zocht de woestijn en de stilte om alleen te zijn. Vandaag stond Marcus 1 op het leesrooster. Ik koos voor vers 31. In diezelfde pericoop staat echter ook vers 35. Daar lezen we: "Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden." Lang geleden preekte ik daar eens over. Ik kreeg toen kort daarop van iemand een gedicht toegestuurd dat ik bewaard heb. Ze vergat echter de bronvermelding. Kan iemand mij zeggen wie de auteur is geweest van dit gedicht?

Alleen zijn betekent niet eenzaam
alleen zijn geldt niet als straf.
Alleen zijn met mooie gedachten
gedachten neemt niemand je af.

Alleen zijn met dierbare doden
alleen met de herinnering
aan tijden die lang reeds vervlogen
aan alles wat kwam en wat ging.

Alleen ongestoord in je kamer
de dingen vertrouwd om je heen
een rustig en zuiver geweten
dan ben je gelukkig alleen

Wie zo het alleen zijn kan dragen
wie zo zich verzoent met zijn lot
die spreekt niet van eenzame dagen
die leeft in vertrouwen op God.