spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Welk socialisme dan wel? PDF Afdrukken E-mail
Friday 23 March 2007

Naar aanleiding mijn column over de SP-tomaten kreeg ik de vraag "welk socialisme dan wel?" Hoewel ik zelf geen linkse kiezer ben, wil ik daar wel wat over kwijt. Op de een of andere manier staat het socialisme in Nederland zichzelf in de weg. De grote winnaar van de verkiezingen in november 2006 en maart 2007, de SP komt waarschijnlijk alleen in Noord-Brabant in het college van Gedeputeerde Staten. Is dat - zoals Jan Marijnissen op zijn weblog suggereert - om te verhinderen, dat de partij laat zien dat ze óók kan besturen? Of is dat omdat...

...het kader van de partij er niet aan toe is om zich te compromitteren en samen met anderen een collegeconvenant te schrijven voor de komende vier jaar? En toch mag dat verwacht worden van een partij die gekozen heeft voor de sociaaldemocratie. De PvdA worstelt op een andere manier met de eigen identiteit. Terwijl Wouter Bos de eerste stappen zet op de weg van het ministerschap wordt er met de Wouter Tapes (VPRO) teruggehaakt naar een mislukte verkiezingsstrategie waarin meer gelet werd op wat de kiezers zouden zeggen dan op de man en de partij die stáát voor een bepaald beleid (Willem Breedveld).

Is er sprake van een ideologische armoede bij de sociaaldemocratie in Nederland? Wie de moeite neemt om het beginselprogramma van de SP (Heel de mens) te lezen treft in de eerste paragrafen de drie kernbegrippen aan van waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Ze vertegenwoordigen volgens het document de kern van het socialisme. Als methodisch uitgangspunt wordt geïntroduceerd de rationele en kritische analyse van het kapitalisme en de effecten ervan. Er wordt vervolgens niet omschreven wat er met rationeel en kritisch bedoeld wordt. Als motiverende kracht (strijdwil) wordt genoemd de morele verontwaardiging over de gemiste kansen voor een betere wereld. Wie vervolgens zoekt naar een onderbouwing van dit alles wordt daarin teleurgesteld. Het document is geen beginselprogramma maar een verkiezingsprogramma. Er wordt op concrete punten stelling genomen tegen het kapitalisme, het militarisme en de - wat men noemt - liberale globalisering. Op het punt van veiligheid wordt verwezen naar "De laatste oorlog" van Jan Marijnissen en Karel Glastra van Loon, maar behoudens enkele opmerkingen over soevereiniteit en solidariteit draagt ook dit niet bij tot een verdere onderbouwing van het betoog. In feite vinden we in "Heel de mens" alleen maar praktische politiek. Daarin onderscheidt dit beginselprogramma zich in niets van bijvoorbeeld het verkiezingsprogramma uit 2006 "Een beter Nederland voor hetzelfde geld." De PvdA, met een veel langere traditie in de sociaaldemocratie, schrijft weldegelijk een beginselprogramma. Het manifest vastgesteld op het congres van januari 2005 komt met uitgangspunten. Daarin is men consequent en men laat de argumentatie niet vervuilen door een veelheid aan praktische politieke keuzen. De rode lijn die vastgehouden wordt is die van het fatsoen (ruimte voor wie wil en waardigheid voor wie niet kan). Maar ook hier vraag je je af waar de sociaaldemocratie in wortelt. De oude socialistische terminologie is verdwenen en ingewisseld voor fatsoen en kansen. Het één klinkt nogal moralistisch en het ander nogal liberaal. Het wordt zowel bij de SP als bij de PvdA niet duidelijk waar hun waarden verankerd liggen. Het wordt ook volstrekt niet duidelijk waarom je op een van die partijen zou moeten stemmen voor een betere of rechtvaardiger samenleving. Is de tijd van de beginselpolitiek voorbij en blijven we steken in het opportunisme - in een politiek van macht en belangen? Er is sprake van ideologische armoede in de sociaaldemocratie in Nederland. Men durft niet meer principieel te doen, want principieel is impopulair.

Als mij dan gevraagd wordt  "welk socialisme dan wel ?"- dan herinner ik graag aan de glanzende voorbeelden van Religieus Socialisme aan het begin van de vorige eeuw in de figuren van vader en zoon Blumhardt, Kutter, Ragaz, de vroege Barth, Tillich en in Nederland Banning. Dat was een Geest-krachtig socialisme, dat niet gemotiveerd werd door verontwaardiging maar door de positiviteit van het "...zo spreekt de Here." Je zou misschien nog beter kunnen zeggen - een profetisch socialisme dat de heilloze tegenstelling tussen links en rechts of tussen progressief en conservatief overstijgt. In de beweging van het Religieus Socialisme werd de doorbraak van het Koninkrijk Gods concreet en politiek gepredikt, beschreven en bezongen. De grote noties van gerechtigheid, vrede (sjalom), eerbied voor het leven etc. werden direct aan de bijbel ontleend en doorvertaald naar de levenssituatie van de armen en verdrukten in de eigen tijd. Een man als Ragaz zag de bergrede van Jezus als de Magna Charta van het Koninkrijk Gods. Paul Tillich zag in het Religieus Socialisme een ‘kairos' d.w.z. een beslissend moment in de geschiedenis waarin het Rijk Gods eindelijk door zou breken. Met zijn leer van de demonisering was hij als geen ander in staat om knechtende systemen (fascisme, Nationaal Socialisme en de uitwassen van het kapitalisme) te onderkennen en te ontmaskeren. In Nederland was het Willem Banning (de rode dominee) die op het platform van de Woodbrookers in Nederland het Religieus Socialisme introduceerde. Tot op heden wordt deze beweging door de PvdA serieus genomen. Er wordt regelmatig zelfs een Banningprijs toegekend. Het is alleen jammer dat het grote publiek daar geen weet van heeft en dat de PvdA uit deze traditie geen ideologisch materiaal weet te recruteren. Tegenover het élan van dit Religieus Socialisme uit de vorige eeuw staat de sociaaldemocratie er vandaag de dag een beetje schamel bij. We missen de bevlogenheid, de ideologische wortels. Er wordt wat gepraat over waardigheid en over fatsoen. Maar waar blijven de grote denkbeelden? Waar wordt er een visie gepresenteerd die zich verheft boven het moraliserend fatsoen en de gemeenplaatsen van (gelijk)waardigheid en solidariteit? Kortom: Wie durft er vandaag de dag nog te zeggen waar zijn uitgangspunten verankerd liggen? Dat geldt overigens voor elke partij die zichzelf respecteert, niet alleen voor sociaaldemocraten maar ook voor het politiek appèl op Christenen. Wie zijn komaf niet durft bloot te leggen, komt terecht bij modieuze prietpraat met het oog op de kiezer. De huidige politiek is zuinig met alles wat riekt naar uitgangspunten, fundamenten en beginsels. De kiezer vindt dat oubollig en kneuterig. En daar zijn we vuurbang voor. Jammer! Er is - dunkt me - in politiek Nederland nog heel wat werk te doen voor de partij-ideologen: programma's die écht inspireren.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB