spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
meditatie 23 mei 2013 gemeentevergadering PDF Afdrukken E-mail
Sunday 02 June 2013

Handelingen 6:8-15

1 Toen het aantal leerlingen toenam, ontstond er op een gegeven moment ontevredenheid bij de Griekstaligen, die de Arameessprekenden verweten dat de weduwen uit hun groep bij de dagelijkse ondersteuning werden achtergesteld. 2 Daarop riepen de twaalf apostelen de voltallige gemeenschap van leerlingen bijeen en zeiden: ‘Het is niet goed dat wij de zorg dragen voor de gemeenschappelijke maaltijden, want daardoor verwaarlozen we de verkondiging van Gods woord. 3 Kies daarom, broeders en zusters, uit uw midden zeven wijze mannen die goed bekendstaan en vervuld zijn van de heilige Geest. Aan hen zullen we deze taak opdragen, 4 terwijl wij ons zullen wijden aan het gebed en aan de verkondiging van het woord van God.' 5 Alle leerlingen stemden met dit voorstel in. Ze kozen Stefanus, een diepgelovig man, die vervuld was van de heilige Geest, en verder ook Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een proseliet uit Antiochië. 6 Ze lieten deze mannen plaatsnemen voor de apostelen, die een gebed uitspraken en hun daarna de handen oplegden. 7 Het woord van God vond steeds meer gehoor, zodat het aantal leerlingen in Jeruzalem sterk groeide; ook een grote groep priesters aanvaardde het geloof.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Handelingen 6 - het is nog maar net Pinksteren geweest - spreekt van ontevredenheid. Het is domweg mis in de gemeente. En zo vroeg al! Dat kan niet waar zijn. Maar toch. Het is van alle tijden. Het loopt dwars door de kerk. Het zal er altijd zijn zolang er mensen zijn en zo lang er strijdige belangen zijn. Eigenlijk is dat niet eens zozeer het probleem. Veel belang­rijker is hoe je er mee omgaat. Hoe wij ermee omgaan.

In die eerste gemeente werden er mensen voorgetrokken. Dat waren de armen van Joodse komaf. Die kregen méér ondersteuning dan die van buitenlandse komaf. Als dan de gehele vergadering van gemeenteleden bijeen is, wordt daar een punt van gemaakt. Ze hebben dus een gemeentevergadering. Precies zoals wij vandaag. Iedereen wist het natuurlijk al lang dat het zo ging, maar niemand had er over willen beginnen. Het is natuurlijk nogal pijnlijk als je de vinger op de wonde plek legt. Maar nu is er toch één die zijn mond niet meer kan houden en die gooit het eruit. Instemming van velen in de vergadering. En sommigen generen zich, want ze weten wel wie er bedoeld worden.

En dan wordt er een commissie benoemd. Zo gaat het altijd als er een probleem is. "Nemen we mee..." zeggen we dan. En dan stellen we een werkgroep of taakgroep in, die er mee aan de slag moet gaan. We zijn in Handelingen 6 getuige van het oprichten van de eerste diaconie. Er worden zeven mannen gekozen. Ze krijgen de handen opgelegd - Gods zegen mee - en ze gaan aan de slag. En zo gaat het gaandeweg beter in de gemeente.

Ik heb eens gekeken hoe die diakenen heetten en dat is reuze leuk, want in vroeger tijd hadden de namen nog betekenis. Die diakenen hadden de volgende namen: Stephanus, Filippus, Prochorus, Timon, Nicanor, Parmenas en Nicolaüs. Het is bepaald niet koekoek éénzang, want het zijn heel verschillende mensen. Het is een (wat oneerbiedig gesproken) samen­raapsel, maar ze hebben gemeen dat ze allemaal hun Heer Jezus willen dienen.

Daar is Stephanus. Zijn naam betekent: Hij die van een krans houdt. Een krans kreeg je om je hals als je een wedstrijd gewonnen had. Stephanus was een soort hardloper... Misschien wel een streberig mannetje. Hij wilde de eerste zijn. Ook in geloofszaken. Maar dan wel op de goede manier natuurlijk. Hij was vol van de Heilige Geest staat er. En hij heeft zijn krans ook gekregen, want hij was de eerste die de martelaarsdood stierf.

Dan hebben we Filippus. Filo is liefhebber en hippos is paard. Filippus was een liefhebber van paarden. Hij kwam - laten we zeggen - uit Hierden. Hij ging er op zaterdag met de trailer op uit om mee te doen aan een concours hippique, had al een paar keer een eerste prijs gewonnen en hij verdiende wat bij met het houden van pensionpaarden.

Dan hebben we Prochorus. Pro is voor. En chorus = het koor. Hij was koordirigent. En omdat het koor vroeger ook danste kun je hem ook heel goed de ‘dansleider' noemen. Dat was dus een kunstzinnig en folkloristisch mens. Hij had in de gemeente al eens een workshop Israëlisch dansen gedaan. En hij draaide er zijn hand niet voor om gelegenheidskoortje te laten optreden als één van de apostelen jarig was.

Dan hebben we Timon. Dat betekent ‘de geëerde'. Timon had al verschillende belangrijke functies bekleed in het openbare leven. Hij was al wat op jaren en kende heel veel hoogge­plaatste mensen in de stad. Een eerbiedwaardig man, die je met ontzag tegemoet treedt. Ze hadden laatst een lintje voor hem aangevraagd bij de Hoge Raad en dat had hij gekregen ook.

Dan hebben we Nikanor. Nikè = overwinning en aner/andros is man / kerel. Eén die met zijn mannen overwint. Hij was legioensoldaat geweest. Zelfs een hoofdman over honderd. Maar hij was uit het leger gegaan - wilde niet meer dienen in een krijgsmacht die de keizer als een god vereerde. Daar had hij het knap moeilijk mee gehad. Want hij was eerst zonder inkomen. Maar hij had gelukkig een baan gevonden in de burgermaatschappij.

En daar was ook Nikolaüs... hij die mét of vóór het volk overwint. Hij was vakbondsleider. Kwam op voor de belangen van het volk. Wist stem te geven aan hun wensen en verlangens. Hij wist hoe je campagne moet voeren. Waar je een spandoek kunt laten maken. Hij was geweldig in het debat en kwam altijd met prachtige one-liners.

En dan was daar tenslotte Parmenas. Dat betekent: De blijver. Dat was iemand die op een verjaarsvisite altijd het langst bleef plakken. Een vrind van hem had al eens gezegd: "Parmenas. Ik ga nú naar bed. Doe jij straks het licht uit als je gaat?" De gemeente kent ook blijvers. Leden die al voor de vierde keer ambtsdrager zijn. Of een dominee, die ergens al jáááren is en nog geen neiging heeft om te gaan.

Weet u wat nu zo mooi is. God wil van al die mensen gebruik maken om zijn Koninkrijk te bouwen. Alle mensen zijn zo heerlijk verschillend. En iedereen heeft wat. De gemeente is zo rijk. Iedereen kan en mag "zijn eigen ding doen" in de gemeente. Als je er de Here Jezus maar mee dienen wilt. En als je maar vorm wilt geven aan wat hij bedoelt. Alle zeven diakenen - hoe verschillend ook - waren bezig met de armenzorg in Jeruzalem. En met hoeveel creativi­teit hebben ze dat gedaan want het waren allemaal volstrekt verschillende mensen. En mét elkaar konden ze zo veel. Als we daar maar een beetje wat van hebben... dan komt het ook wel goed met ons. Amen.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB