spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 15 februari 2009 PDF Afdrukken E-mail
Monday 23 February 2009

Preek gehouden op zondag 15 februari 2009 in de Plantagekerk en op zondag 22 februari in de Veldkampkerk te Harderwijk. Lezingen: Deuteronomium 17:2-7 en Lukas 6:27-35. Tekst: Lukas 6:31 "Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen." De preek is geschreven nav het thema "vrijheid van meningsuiting" Na de preek gezongen: Gezang 285:1,3,4 uit het Liedboek voor de kerken.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Er is heel wat te doen de laatste tijd over de vrijheid van meningsuiting. Een kamermeerderheid wil dat artikel 147 - het verbod op Godslastering - uit het Wetboek van strafrecht wordt geschrapt. Nu heeft dat artikel sinds 1932 (toen werd het aangenomen) nauwelijks gefunctioneerd (een keer of 4) maar sommigen willen er nu wel ineens verdacht graag van af. Je moet in onze moderne democratie klaarblijkelijk alles kunnen zeggen, ook als dat godslasterlijk is. Theo van Gogh is zijn boekje niet te buiten gegaan met zijn opmerkingen over Allah en de Islam. Moet kunnen!

Nu is een verbod op Godslastering in het Wetboek van strafrecht ook niet zonder problemen. Als de overheid zich actief met godsdienst gaat bemoeien krijgen we al vlug narigheid. In de tachtigjarige oorlog bemoeide de overheid zich met politiek en bracht de Protestanten op de brandstapel. En we spreken dit jaar nogal verheven over Calvijn, maar de Geneefse overheid bracht wel - met zijn medeweten en goedvinden - Michael Servet op de brandstapel, omdat hij er een afwijkende mening op na hield tav de Drie-eenheid. Laat de overheid dus maar volstaan met het garanderen van vrijheid van godsdienst voor alle mensen. Waarschijnlijk hebben we dan ook wel genoeg aan artikel 137 van het Wetboek van strafrecht, waar staat: "Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenschap van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie (NB: dat is tussen de Euro 7.400 en 18.500).

De vraag naar de grenzen van het vrije woord, wordt de laatste tijd vooral levend gehouden door de uitspraken van Geert Wilders en zijn reisje naar Engeland. Hij is nu ook voor de rechter gedaagd. Laten we de gevolgen daarvan niet onderschatten. Het levert hem in ieder geval een flinke portie mediabelangstelling op. En dat is hem zeer welkom! En als het openbaar ministerie er niet in slaagt de aanklacht hard te maken, dan hebben we de kat pas echt in de gordijnen. Omgekeerd overigens ook.

Het is een spannende discussie die momenteel gevoerd wordt. Als kerk - zo lijkt mij - dienen we die discussie op de voet te volgen. CDA-senator Sophie van Bijsterveld schreef januari dit jaar haar boek ‘Overheid en godsdienst'. Zij pleit niet zozeer voor een scheiding tussen kerk en staat, maar meer voor een grotere betrokkenheid van die twee op elkaar. Dat is een onderwerp om eens nader te bespreken.

De vraag is dus nu of je alles zo maar zeggen mag. We hebben daarbij Deuteronomium 17 gelezen en een Jezuswoord uit Lukas 6. Eerst het Oude Testament. Daar moeten we altijd wat op onze hoede zijn, want in het oude Israël was geen scheiding tussen kerk en staat. Dat was een theocratie, een Gods-regering. En we moeten het Oude Testament ook altijd lezen in perspectief met het Nieuwe. Hier in Deuteronomium 17 gaat het over afgodendienst - iemand die zich neerbuigt voor de zon, de maan, de sterren, de natuurgoden. Daar stond in oud Israël de doodstraf op. Dood door steniging. Dat doen we tegenwoordig niet meer. Ik zei al - we lezen het Oude Testament niet zonder het Nieuwe. De beschuldigde wordt overigens wel goed beschermd. En dat was in die tijd in het Oude Oosten niet overal het geval! Er zal zorgvuldig onderzoek worden gedaan en één getuige is niet genoeg. Het zullen er minstens twee zijn.

Maar waar het mij nu om gaat is wat daar in vers 7 staat namelijk dat de getuigen de eerste steen moeten gooien. Op die manier wordt de getuige verantwoordelijk gesteld voor de aanklacht. Stel je voor dat je een vals getuigenis hebt gegeven. Dan maak je je schuldig aan moord! Als je een beschuldiging, een aanklacht hebt, als je iets tegen iemand hebt, dan moet je zo volstrekt eerlijk en integer zijn, dat je de eerste steen durft gooien. Dan moet je dat volledig voor God kunnen verantwoorden. Er blijft op die manier geen enkele ruimte voor huichelarij of onwaarachtigheid. Je moet het volledig voor je rekening nemen wat je over of tegen een ander gezegd hebt.

Ik vraag me wel eens af als ik de grote woorden hoor van politici of journalisten en columnisten - mensen die zich beroepen op het vrije woord: Zouden jullie de eerste steen durven gooien? Of schrikken jullie daar dan plotseling voor terug... voor wat je gezegd hebt. Ze kwamen eens bij Jezus met een overspelige vrouw (Joh. 8:7) en ze waren boos en vol verwijt en vol beschuldigingen. Wijzende vingers en grote woorden! En Jezus zei: Wie zonder zonden is, moet dan de eerste steen maar gooien. En ze dropen af - een voor een.

Wij hebben in dit land geweldig veel op met de vrijheid van meningsuiting. We beroemen ons op het vrije woord. Niemand mag ons beknotten in het geven van onze mening. En als het dan ontaardt in liefdeloos en onwaarachtig gepraat... dan denk ik: Durf je dat nou allemaal te verantwoorden? Zou je echt de eerste steen durven gooien?

Het is voor de overheid en voor de rechter trouwens niet eenvoudig om aan te geven wat wel kan en wat niet kan - wat wel gezegd mag worden en wat niet. Alle jurisprudentie schiet tekort, want het is altijd weer anders. Je kunt er onmogelijk een lijst van aanleggen, van foute uitspraken. Die zou eindeloos lang moeten worden. Daarom is het woord van Jezus uit Lukas 6 zo subliem. Hij geeft geen inhoudelijk maar een formeel criterium. Je kunt er elke uitspraak aan toetsen. Hij zegt in vers 31: "Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen." Met andere woorden: Stel dat het tegen jou of over jou gezegd wordt, hoe zou je je dan voelen? Daar vind de vrijheid van meningsuiting haar grens. Stel dat het tegen jou gezegd wordt!

Het criterium dat Jezus aangeeft, kennen we allemaal uit onze taal, want het is een spreekwoord geworden: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet." Dat spreekwoord is een Jezuswoord, met dien verstande dat Jezus het positief formuleert. Hij zegt namelijk: "Wat gij wilt dat de mensen u doen zullen, doet gij hun evenzo." Wij komen vaak vanuit de negativiteit en de rancune. Jezus niet. Hij formuleert positief. Hij is altijd te goeder trouw.

Uiteindelijk is de richtlijn van Jezus de nadere uitleg van het grote gebod, daarvan het tweede lid: "Heb de naaste lief als jezelf." Bij Jezus is de vrijheid van meningsuiting in goede handen. Ons past geen liefdeloos gepraat. In wat we doen en zeggen zoeken we het heil van de ander, ja zelfs dat van onze vijanden. Niemand heeft het recht om te kwetsen en te beledigen, ook niet met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Je haalt ze er zo uit, die van Christus zijn: hun taal is nooit kwetsend of beledigend, maar altijd liefdevol en waarachtig. Amen.

tags: vrijheid van meningsuiting;

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB