spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Grensverkeer juni 2005 PDF Afdrukken E-mail
Kroniek juni 2005 

Wij maken zo langzamerhand de balans op van het seizoen nu de vakantietijd voor de deur staat. Persoonlijk heb ik veel plezier beleefd aan de studiekring. Onze inzet nemend bij James en de wereldreligies zijn wij via Abe terechtgekomen bij de lezing van de eerste rede van Boeddha. De bespreking van de Boeddha-tekst bracht zowel literair als theologisch veel moois aan het licht. In zekere zin bracht het seizoen mij toch iets verder in de bezinning op de interreligieuze discussie. Vaak worden getuigenis en dialoog nogal tegenover elkaar gesteld alsof het elkaar uitsluitende benaderingswijzen zijn. Dat ligt echter toch gecompliceerder. De koppeling die James tot stand brengt tussen de (Tillichiaanse) kentheorie en de interreligieuze discussie is in dit verband zeer verhelderend. Er is een ‘kennen’ dat zo objectief mogelijk is en zoveel mogelijk afstand houdt. Er is ook een ‘kennen’ dat zoveel mogelijk zoekt naar eenwording en deelname. Er is een soort glijdende schaal. We kunnen over God heel afstandelijk spreken (ik-het). We kunnen over God heel intiem spreken (ik-gij). Ik kan heel afstandelijk over de God van de Christenen of van andersgelovigen spreken. Dan doe ik aan vergelijkende godsdienstwetenschap. Ik kan ook heel intiem over mijn eigen ik-gij-ervaring met God spreken. Dat is voor mij heel uniek en exclusief. Ik kan er alleen maar van getuigen. Een andersgelovige kan mij daarin niet volgen. Omgekeerd kan ik overigens daarin de andersgelovige niet volgen… Ergens halverwege de glijdende schaal kunnen we elkaar tegemoet komen. Daar vindt de dialoog plaats. We vertellen elkaar onze godsdienstige ervaringen over en weer. Er wordt vaak gezegd dat het getuigenis ingeruild moet worden voor de dialoog. Dat is een vals dilemma. Als ik vertel over mijn godsdienstige ervaring, dan getuig ik. Als ik met een andersgelovige spreek, dan zoek ik de dialoog. En als ik een andere religie bestudeer staat het mij vrij om de verschillen tussen de religies te zoeken en te benoemen.

 

Al diverse jaren kwam de studiekring in juni niet meer samen. Het ligt te dicht bij de zomer en de vakantietijd. Toch hebben wij dit jaar besloten om nog een keer te vergaderen. Dat zal zijn op vrijdag 24 juni. We bespreken dan Stokers boek “Is geloven redelijk?” Degenen die daar belangstelling voor hebben ontvingen het boek al enkele weken geleden tegen gereduceerde prijs. Na een inleiding/toelichting van de auteur zullen we met elkaar in gesprek gaan. In deel I maakt Stoker onderscheid tussen twee typen van geloofsverantwoording waarbij Tillich staat voor de premisse “Religie behoort tot het menszijn”. Er zullen in ieder geval zeven deelnemers zijn. Dat is genoeg voor een waardige afsluiting van het seizoen.

 Het is goed om in dit juni-nummer al vast de data te noemen voor de rest van dit kalenderjaar. De eerste keer na de zomertijd ontmoeten we elkaar weer op 23 september. Verder hebben we geprikt: 4 november en 9 december. Op de agenda staat nog een artikel dat door Rien Jansens is aangedragen over het niet-zijn in Christendom en Boeddhisme. Ellen van Sluis, die zich specialiseert in het Hindoeïsme en het Sanskriet zal op 9 december onze gast zijn. Met die samenkomst zouden we een afronding kunnen gaan geven aan onze bezinning op de interreligieuze discussie. Wellicht kan de samenkomst van 4 nov. het karakter van een jaarvergadering dragen, waarin we de lijnen uitzetten voor de toekomst. Ik wens de lezers alle goeds, fijne zomertijd, veilig uit en veilig thuis. En voor de Stoker-lezers: tot de 24e.
 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB