spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Grensverkeer mei 2006 PDF Afdrukken E-mail
Kroniek mei 2006

Procestheologie in de bus naar Roemenië. Deze letters verschijnen bijna als vanzelf op mijn scherm, nog nauwelijks teruggekeerd van een Roemeniëreis met koor en orkest, mijn agenda inspecterend wat mij weer te doen staat de komende dagen. In ieder geval behoort daartoe de kroniek voor Grensverkeer. Dit keer gezien de omstandigheden een beetje minder Tillich-kroniek en een beetje meer persoonlijk getuigenis. Al vele jaren onderhouden de PKN-kerken van Harderwijk Oosteuropa-contacten met Stina de Mures in Roemenië, een dorp in het noorden van Roemenië, ook wel Zevenburgen of Transsylvanië genoemd. Daar is na de val van de muur in samenwerking met de kerk van Dresden geweldig veel gedaan aan praktische hulp en onderlinge bemoediging. Er werd een water- en een gasleiding gelegd. Er kwamen landbouwwerktuigen en een dokterskamer. Er kwam een nieuwe pastorie, een renovatie van het dorpshuis en vele andere grote en kleine dingen die de mensen verder hielpen wegkomend uit de armoede die zo kenmerkend was voor de communistische tijd. Steeds werd daarbij als het belangrijkste ervaren de ontmoeting, het delen van geloof en hoop, het leren van elkaar en het kennisnemen van elkaars cultuur. In Zevenburgen is een Hongaars sprekende reformatorische kerk, die zwaar geleden heeft onder de dictatuur van Ceaucescu en die in tegenstelling tot de Oosters orthodoxe kerk geen overheidssteun ontvangt. Wie kennis maakt met het land en de mensen daar krijgt een cultuurshock. Je ziet plotseling hoe druk, gehaast en doenerig we hier in het westen zijn. Wij kijken altijd maar op ons horloge. In Roemenië begint de kerkdienst niet om half 10, maar als iedereen er is. Zonder te idealiseren mag gezegd worden dat de mensen daar dichter bij de natuur, dichter bij elkaar en misschien ook wel dichter bij zichzelf leven. Nog steeds zijn de middelen zeer beperkt. De predikant met wie ik contacten onderhoud kan slechts drie theologische studieboeken per jaar kopen. Hij preekt twee keer per zondag voor een kleine sterk vergrijsde gemeente. Hij heeft een geweldig roepingsbesef. Hij spreekt zoals veel van zijn collega’s Hongaars, Roemeens, Frans, Duits en Engels. Toch is hij een man van weinig woorden. Een stille kracht. Hij heeft een kerkenraad die niet in is voor vernieuwing en het ambt meer ziet als een erezaak dan als een uitdaging. Het is om zulke mensen dat je twee dagen heen en twee dagen terug in de bus rijdt en zingt. We hebben dat op vier plaatsen gedaan. Op het platte land moesten de instrumenten een keer met paard en wagen vervoerd worden omdat de brug over de Mures niet draagkrachtig genoeg was voor de bus. Er gebeurt nooit wat in die dorpen. Het bracht Hongaren en Roemenen bij elkaar in één  kerk… de predikant en de pope en dat zegt wat. Er waren kinderen die nog nooit in een microfoon gezongen hadden. Ik heb een kind gezien met tranen in de ogen van ontroering. Ik heb koppen gezien van mensen door het leven, door zorg en armoede getekend. Ik heb Roma gezien die voor het eerst in de dorpskerk kwamen en hun hoed afnamen. Je wordt wel een beetje stil en een beetje beschaamd. Er wordt wel hard gewerkt aan de toekomst. Maar dat is geen toekomst voor het platte land. Daar trekken alle jonge mensen weg. Ze hebben twee idealen: een mobieltje en engels leren spreken. Als je engels spreekt kom je verder en kom je hier weg… Het platteland vergrijst en ontgroent. Roemenië wil wel graag bij de EU in 2007. Maar kan het land dat aan? De EU-norm is fataal voor de boeren: de arme man met twee koeien en een erf vol kippen. Als er volgens EU-normen gesaneerd moet worden heeft half Roemenië niet meer te eten. Een doktersbezoek kost vijftig Euro. Dat is 200 Lei. Dat is niet te betalen. Roemenië heeft nog een lange weg te gaan. Intussen is er veel moois en oude luister. De stad Sighisoara – Unesco wereld-erfgoed, huisvlijt en kunst. Ik had het uitreksel van Ben Crul meegenomen voor in de bus over een niet-bovennatuurlijke, niet-almachtige, bovenmenselijke God. Natuurlijk heb ik er lekker tijd voor gehad en van genoten. En toch dwaalden mijn gedachten steeds af. Vreemd genoeg moest ik steeds denken aan Gert Hummel de grote Tillich-kenner die ons te vroeg ontvallen is en die zoveel geïnvesteerd heeft in Oosteuropa-contacten in Tiblisi – de van huis uit Lutherse kerk van Georgië. De theologie van Tillich heeft een hoog abstractieniveau. Toch wist hij steeds de vertaalslag te maken naar de eenvoud en de vroomheid, de contextualiteit van pastorale en diaconale zorg. Die vertaalslag moeten wij ook kunnen maken. Zo niet, dan is onze theologie geen theologie, geen spreken van God!

 

De komende keer gaan wij verder met onze exploratie van de procestheologie. Dat mag best wel een poosje gebeuren in vrijblijvendheid. Maar terecht is op onze laatste samenkomst opgemerkt, dat wij niet voor niets een Tillichgenootschap zijn. Het wordt voor ons met name dáár interessant waar de overeenkomsten en verschillen met Tillich aan het licht gaan komen. We zijn daar voorlopig nog niet mee klaar. We lezen vanwege de zwaarte van de stof nogmaals hfdst. 3 van het uitreksel van Crul en voegen er hfdst. 4 aan toe. Daar hebben we voor 19 mei genoeg aan. Ik besluit met een felicitatie aan het adres van onze secretaris Leo Steinhauzer. Hij werd bij de lintjesregen rond koninginnedag bedacht met een koninklijke onderscheiding. En niet zomaar één! Hij werd ridder in de orde van Oranje Nassau. Dit vanwege zijn verdiensten op het gebied van pleegzorg en jeugdzorg. De waardering en erkenning die daaruit spreekt heeft hem erg goed gedaan. Dat is hem van harte gegund. We zijn erg blij met en voor hem.

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB