spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
Tempora mutantur PDF Afdrukken E-mail
Sunday 15 January 2012

Tempora mutantur en nos mutamur in illis. Dat is een oude Latijnse spreuk. De vertaling luidt:  "De tijden zijn veranderd en wij met hen." Als dat voor een beroepsgroep opgaat is het wel voor dat van de predikant. In het laatste nummer van Kerkinformatie (januari 2012, p. 28)  vraagt de Protestantse Gemeente van Harmelen om een nieuwe predikant. Die wordt door de beroepingscommissie getypeerd als een "ondernemer in geloofszaken." Dat klinkt wel populair, maar het is de complete uitholling van het ambt. Om het eens deftig te zeggen: In het ambt schept de gemeente zich een ‘tegenover', dat haar permanent herinnert aan haar hoge roeping - gemeente van Christus te zijn. Welk beeld heeft Harmelen van de gemeente van Christus? Een onderneming die failliet kan gaan? Arme gemeente! En arme dominee die daar in tuint!

Bij het schrijven van deze zinnen ligt er een nummer van Trouw voor mij. De voorpagina maakt melding van een gratis dominee. Ds. Ruilof van Putten gaat in deeltijd werken in de Sionskerk te Zwolle en ziet af van een traktement. Een inkomen verwerft hij uit een andere deeltijdbaan: directeur van een bankfiliaal. Sjaak Verwijs, directeur van de Bond van Nederlandse Predikanten reageert als volgt: "Een predikant die zijn kerkelijke werkzaamheden gratis verricht, is een bedreiging voor de beroepsgroep en een oneerlijke concurrent voor andere dominees." (Religie & filofosie 12-01-12). Ik vind het heel loffelijk van v. Putten, maar ik mag hem eraan herinneren dat hij diverse collega's heeft gehad, die zeer bemiddeld waren, maar zich daar niet op lieten voorstaan. Zij gaven hun inkomen aan het eind van het jaar weer als gift aan de kerk terug. Het is niet juist om de inkomenspositie van predikanten te ondergraven. Toen ik pas predikant was, kreeg ik eens iemand aan de telefoon die mij vroeg waar ik het lef vandaan haalde om geld te vragen voor mijn werk in de gemeente. De beller deelde mij mee, dat Paulus zich ook niet liet betalen, maar als tentenmaker netjes en eerlijk zijn eigen beroep uitoefende. Blijkbaar hebben sommigen het idee, dat het predikantschap iets is, wat je er zomaar even bij doet. Ik heb toen tegen de betrokkene gezegd, dat een predikant geen salaris heeft, maar een traktement. Ook is hij niet in loondienst bij de gemeente. Wel is de gemeente onderhoudsplichtig en dient als dat nodig is voor een woning te zorgen. Of ik haar overtuigd heb, weet ik niet. Wel weet ik dat ik deze lastige "klant" maar moeilijk af kon schudden.
Tien jaar geleden (2001) schreef Gerben Heitink zijn De biografie van de dominee, met daarin een stuk geschiedenis rond het predikantschap. Hij signaleerde drie tendensen in de beroepsuitoefening: professionalisering (de predikant wordt meer en meer een agogisch werker), personalisering (de predikant wordt steeds meer afgerekend op zijn persoon. Hij is het gezicht van de gemeente) en clericalisering (de predikant beroept zich voor zijn ambt op de apostolische successie). Intussen zijn er al weer andere ontwikkelingen. Er komen steeds meer kerkelijk werkers met een HBO-studie als vooropleiding. Hoe verhoudt zich het predikantschap zich tegenover deze werkers in de gemeente? Er is ook sprake van een opkomende functionalisering. Een predikant beperkt zich in de stad of regiogemeente tot zijn eigen specialiteit en werkt in een team met anderen. Kees Waardenburg presenteerde bij zijn afscheid als werkbegeleider in de PKN een werkboek over teamvorming voor predikanten. Van grote invloed op het ‘vak' zullen ook de toekomstige ontwikkelingen zijn. Hoeveel gemeentes kunnen er straks nog een fulltime-predikant betalen? En wat betekent dat op den duur voor het functioneren?

Ik heb de moeite genomen om nog eens in mijn archief te zoeken naar de beroepsbrief die ik destijds (1988) in Harderwijk ontving. Ik lees daarin het volgende: "De kerkeraad (toen nog zonder n) ... spreekt de verwachting uit dat hij (de predikant) zal over komen om alles te doen wat een dienaar des Woords, overeenkomstig Gods heilig Woord betaamt, en zich daarbij te houden aan hetgeen bepaald is in de kerkorde en de formulieren van de Gereformeerde Kerken in Nederland; inzonderheid door het verkondigen van het Evangelie en het bedienen van de sacramenten van doop en avondmaal; het bezoeken van de gemeenteleden; het vertroosten van de zieken en het geven van catechetisch onderwijs aan de jeugd van de gemeente. De kerkeraad van zijn kant zegt wederkerig toe al die achting, liefde en medewerking te zullen bewijzen die aan de trouwe dienaar des Woords toekomt en zich daarbij eveneens te zullen houden aan hetgeen bepaald is in de kerkorde van de formulieren van de Gereformeerde Kerken in Nederland." Intussen is er veel veranderd. De GKN gingen op in de PKN. Plaatselijk was er een fusie en is er veel heroriëntatie en herverkaveling nodig.   Het predikantschap is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger. Tempora mutantur... De tijden veranderen en wij met hen. En toch... die oude beroepsbrief geeft mij een warm gevoel, omdat er feilloos in geschreven staat wat van een predikant verwacht mag worden. Ik hoop dat nog een poosje waar te kunnen maken. Niet als ondernemer en ook niet onbezoldigd, maar als verbi divini minister (VDM = dienaar van het goddelijke Woord).

tags: predikantschap, ambt

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB