spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 22 maart 2009 PDF Afdrukken E-mail
Monday 23 March 2009

Image
El Greco, De tempelreiniging (1571-76)

Preek gehouden op zondag 22 maart 2009 in de Stadsdennenkerk te Harderwijk. Lezingen: Jeremia 26:1-6 en Johannes 2:13-22. Gezongen is na de preek Gezang 323:1,7,8.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Het gedeelte uit Jeremia dat we hebben gelezen staat bekend als de tempelprediking. Jeremia de profeet is wat je noemt een vreemde eend in de bijt. Hij hoort daar eigenlijk helemaal niet thuis! In de tempel. De voorhof van de tempel, daar waar het brandofferaltaar staat... daar is plaats voor priesters en hun hulpjes, de levieten. Daar vallen profeten een beetje uit de toom. Daar in de voorhof zijn ze druk met offers brengen en gebeden zeggen. Daar zien ze een profeet liever gaan dan komen. Wat moet zo'n man daar gaan lopen profeteren en gaan staan preken. Hij loopt en staat alleen maar in de weg.

De profetische kritiek van Jeremia op de gevestigde orde en op de religie van zijn tijd komt behoorlijk aan. Hij gaat staan in de tempel, daar waar alle lijnen van cultus en godsdienstig leven samenkomen. En precies daar brengt hij scherp onder woorden waar het op aan komt. Je kunt nu wel (nauw)keurig liturgie maken, maar belangrijker is de vraag of je wel leeft volgens de wet van de Here. Jeremia heeft het over de halacha, over de levenswandel. Hoe is je levenspraktijk? Waar ben je eigenlijk mee bezig? Wat motiveert je handelen? Wat doe je per se wel en wat doe je per se niet - uit overtuiging?

Ze hebben niet graag naar Jeremia geluisterd. Hij is scherp in zijn kritiek: Zoals het gaat, gaat het niet goed! En ik kan er ook niets anders van maken... De boodschap van Jeremia stemt overeen met die van zovele andere profeten: De hoogste lof op God, de beste eredienst is altijd nog het doen van gerechtigheid. Dat is recht doen aan de arme, de kansloze en degenen die oneerlijk worden behandeld. Jeremia zegt: Als jullie je leven niet beteren dan zal dit heiligdom worden als het heiligdom in Silo, dat destijds door de Filistijnen is verwoest. Jullie zullen te gronde gaan aan jullie eigen onrecht.

Nou, dat is natuurlijk tegen het zere been van de liturgiemakers en de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Hoe durft die profeet! Laat het hij mond dichthouden. Jeremia's kritiek op de huichelachtigheid van zijn dagen wordt hem bijna noodlottig. Sommigen willen hem doden. Maar dan zijn er een paar die erop wijzen dat de profeet Micha destijds ook pittige kritiek had op Hizkia, maar dat de koning dat opvatte als een woord van de Here. Jeremia bracht het er leven af. Aan het eind van hoofdstuk 26 lezen we overigens van een profeet genaamd Uria, die het er niet levend afbrengt. Hij wordt door koning Jojakim gedood. We weten trouwens nog van een profeet die gedood werd om zijn boodschap. Dat is Jezus.

Jezus gedraagt zich hier in Joh. 2 precies als Jeremia. Hij verschijnt in de gestalte van de profeet. Het wordt hem te machtig. Al die mensen die hun handeltje drijven tot in het huis van zijn Vader toe. Kan er zelfs daar geen stilte en eerbied zijn? Jezus predikt wel de liefde, maar hij is geen softy! Het is de enige keer dat we hem zo bezig zien. Maar hij haalt de bezem er door. Gods tempel moet rein zijn en een plaats van gebed, geen rovershol of marktplaats of Kaufhaus. Wapens waren verboden in de voorhoven van de tempel. Daar hield de tempelpolitie toezicht op. Maar Jezus nam een touw waar de dieren mee vastgebonden hadden gezeten. Hij neemt het een paar keer dubbel, legt er knopen in en haalt de zweep erover.

Maar er is méér in Johannes 2. Het is niet zonder belang om Johannes eens te vergelijken met de andere evangelisten. Zijn collega's Mattheus, Markus en Lukas vertellen het verhaal over de tempelreiniging direct na de intocht in Jeruzalem en trekken het op die manier binnen de lijdensgeschiedenis. Het staat als het ware aan het begin daarvan. Bij Johannes staat de tempelreiniging in hoofdstuk 2, helemaal aan het begin van zijn evangelie, direct na het wonderteken te Kana. Die plaats is niet zonder betekenis. Johannes wil aan het begin van zijn evangelie laten zien, dat er met Jezus iets nieuws begint. Jezus maakt in Kana van het water wijn. Water is het Oude Testament. Het staat voor de reinigingsgebruiken, rituele wassingen volgens de wet van Mozes, voorschriften om aan te voldoen. De wijn is avondmaalswijn. Die staat voor genade, voor het bloed van Christus. Dat is het Nieuwe Testament. De nieuwe bedeling. Direct daarop gaat het over de tempel. Die zal afgebroken worden (Toen Johannes het evangelie schreef was de tempel al verwoest!). Er zal een nieuwe tempel komen. Dat is het lichaam van Christus, na drie dagen opgericht bij de opstanding op de Paasdag. De tijd van bloedige dierenoffers in de tempel is voorbij. Er zal een tijd komen, zegt Jezus, een weinig verder (4:23) tegen de Samaritaanse vrouw, dat er niet meer aanbeden wordt ‘hier op de berg in Samaria' of in de tempel te Jeruzalem, maar in geest en in waarheid. En ook in het nieuw Jeruzalem zal er geen tempel meer zijn. De zon is er niet meer nodig en ook een tempel niet. Lees daarover Johannes in het boek Openbaring.

Waar Johannes heen wil dat is de kerk als het mystieke lichaam van Christus. Ook Paulus spreekt van dat mystieke lichaam van Christus. We kennen het beeld van het lichaam van Christus waarvan wij de leden zijn. In I Kor. 3:16,17 zegt hij: "Weet ge niet dat ge Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?" En Petrus heeft er ook weet van getuige zijn woord in I Petrus 2:5 dat we ons moeten laten gebruiken als levende stenen bij de bouw van een geestelijk huis. Wij samen zijn de tempel van God.

Je begrijpt Johannes 2 pas helemaal als je dát erin meeneemt. Wij zijn met elkaar de tempel van God waarin Hij wonen wil met zijn Heilige Geest. Die tempel heeft Hij opgericht met de opstanding van Christus. En Jezus zorgt ervoor dat die tempel rein blijft. Hij haalt er de bezem door van zijn Heilige Geest. De Heiligmaker houdt grote schoonmaak. Gods kerk zal zuiver bewaard worden. Ze is het lichaam van Christus. Ze verdraagt geen onrecht of onwaarachtigheid.

In I Kor. 6:19 noemt Paulus ons eigen lichaam ook een tempel van God waar de Heilige Geest in woont - een tempel die niet mag worden verontreinigd door hoererij of allerlei vuiligheid. In deze tijd van de veertig dagen betrekken velen dat op onze eetgewoonten: Ze vasten en gebruiken sobere maaltijden. En wat ze uitsparen geven ze aan een goed doel. Het is in lijn met Johannes 2 als we ons ook in dit opzicht wachten voor onreinheid en overdaad.

De tempelreiniging. Boodschap voor vandaag. Mensen uit één stuk, die niet met onzuivere bedoelingen in het huis van de Here komen. Mensen die hun kerk heilig houden. Mensen die hun lichaam rein bewaren. Amen.

Kyriëgebed uitgesproken in deze dienst:

Here onze God,
Wij bidden om ontferming
deze dag, deze zondagmorgen.
Er is veel dat ons dwars zit,
haaks staat op uw bedoelingen;
ons leven is weerbarstig.
We voegen het zo moeilijk in,
in uw plan, in uw Rijk.
En zo gingen er kansen voorbij;
bleven we hangen in oude zonden,
dingen van vroeger,
dingen die niet moeten.
Wij roepen met elkaar en voor elkaar
om vrijheid, nieuwheid, openheid.
Daarom bidden (en zingen) wij:
Heer, ontferm U.

Here,
Wij kijken om ons heen
en houden ons hart vast
bij wat gebeurt en achterwege blijft -
de waanzin van een moordpartij,
het diepe verdriet, de grote woede,
de verslagenheid,
de angst voor de toekomst.
Heer, in wat voor wereld wonen wij?
Is dat werkelijk wat wij ervan gemaakt hebben?
Wij voelen ons klein en machteloos
bij het zien van groot onrecht;
hoe machtigen hun gang gaan
op de weg van het eigen belang.
En wij vergeten soms te roepen tot U,
te bidden en te geloven.
Daar bidden wij met elkaar
voor de wereld waarin wij leven en werken:
Heer, ontferm U.

Here,
Wij zien naar U op in de hemel.
U kunt ons optillen uit de moedeloosheid.
U kunt ons wegwijs maken waar wij dwalen.
U kunt ons wijsheid geven
temidden van zoveel zinloos gepraat.
U kunt ons rust geven,
waar zoveel aan ons trekt.
Here, doe dat ook nu weer.
Vanmorgen.
Deze kerkdienst.
Vergeef ons en zegen ons.
Zo bidden wij tot U:
Heer, ontferm U,
Chistus ontferm U,
Heer, ontferm U.
Amen.

Bij de dankzegging en voorbeden:

Here, onze God,
U heeft ons uw kerk gegeven, maar dat hangt niet af van een tempel of dit gebouw of deze plaats. U bent overal waar mensen samenkomen in Jezus' naam - of dat nu binnen is of buiten onder de open hemel, in een huiskamer of in een kantine. Wij danken U voor de nieuwe gemeenschap, die Christus sticht door zijn opstanding op de Paasdag. Heer, wat geweldig, dat wij samen met vele anderen het geestelijk huis mogen bouwen, waar u in wonen wilt! Laat dan in dat huis geen onreinheid, geen vuiligheid worden gevonden. Zo waar Christus dood is geweest, zo zijn de zonden dood, de leugens, de verleidingen. Zo waar Christus leeft, zo is alle nieuw geworden: ons leven, ons samenleven, onze hoop. (hierna volgden de voorbeden) Amen.

Tags: tempelreiniging

 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB