spacer.png, 0 kB






spacer.png, 0 kB
preek 29 juni 2014 PDF Afdrukken E-mail
Wednesday 02 July 2014

Preek gehouden in de Stadsdennenkerk te Harderwijk op zondag 29 juni 2014. Lezingen: Jeremia 29:1-14 en I Timotheüs 2:1-7.

Gezongen na de preek uit het Oude Liedboek voor de Kerken Gezang 37:1,3,4. Tekst: Jeremia 29:5-7 “Bouw huizen en ga daarin wonen. Leg tuinen aan en eet van de opbrengst. Ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters. Zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. Bid tot de Heer voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.”

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Lange tijd geleden zei iemand iets tegen mij waar ik vaak aan terug moet denken. Hij zei: “Ik neem niemand meer serieus en mijzelf al helemaal niet!” Hij moest een beetje wrang lachen om zijn eigen grap en schonk zichzelf een borrel in. En daarna mij. Nu heb ik geleerd om zeer ernstig te nemen wat mensen bij wijze van grap zeggen. Daarin komt niet zelden iets mee van het onderbewuste; wat onder de oppervlakte leeft en ons spreken en handelen bepaalt.

Toch een beetje zuur: “Ik neem niemand meer serieus, want… ik ken mijzelf en ik weet dat ’t allemaal maar schone schijn is.” Niet alles is wat ’t lijkt, als je maar wat beter kijkt. Het fatsoen van mensen is flinterdun. En als het eigenbelang mee gaat spelen, gaan de principes al heel snel over boord. Nee, ik heb te veel gezien in mijn leven (de man die ik citeerde was 80+). En ik ken mijzelf te goed. Ik kan niemand meer serieus nemen. Herkent u dat? Soms vraag ik mij wel eens af hoe het komt dat die uitspraak zo bij mij is blijven hangen. Misschien omdat het zo herkenbaar is?

Ik ken er ook die – erger nog – geen mens meer vertrouwen. Ze hebben – zelf ook mens – meestal ook weinig zelfvertrouwen. Mijn man is er met een ander vandoor. Daarom vertrouw ik geen enkele vent meer! Ze hebben bij mij ingebroken. Er zijn alleen slechte en zeer slechte mensen! In de politiek gaat het al lang niet meer om het algemeen welzijn. Ze denken alleen maar aan hun eigen portemonnee.  Als ik ga stemmen wordt het een proteststem! Ik vertrouw ze daar in Brussel niet meer. Laten ze van mijn pensioen afblijven. Niks geen sterke Euro voor zwakke zuiderburen. Hoe zuidelijker je komt hoe corrupter ze zijn… en ze houden daar  gedurig siësta.

Zo kun je nog een poosje doorgaan. Mensen die niks en niemand meer vertrouwen hebben over het algemeen ook weinig eigenwaarde en zijn een ramp voor hun omgeving. Sommigen zijn zo teleurgesteld, dat ze de hele dag foeteren op alles en iedereen. En daarmee komen we aan Jeremia 29 – de ballingen in Babel.

De Israëlieten daar hadden het ook helemaal gehad. Ze waren er helemaal klaar mee. Ze hadden niet alleen hun harp aan de wilgen gehangen. Ze zaten ook boordevol rancune en waren op geen enkele manier meer bereid om een constructieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Ze waren alleen nog maar non-productief tegen!

Wat was er gebeurd? Tegen het eind van de zevende eeuw voor Christus was het Assyrische Rijk ten onder gegaan. De Babyloniërs waren oppermachtig geworden. In plaats van zich te schikken in het onvermijdelijke waren de Jeruzalemmers in opstand gekomen. Ze hadden steun gezocht bij de Farao van Egypte. Toen was Nebukadnezar gekomen uit Babel in het jaar 697. Hij had de high society van Jeruzalem gevangen genomen. Hij nam ze mee naar Babel. Dan konden ze op afstand in ieder geval geen kwaad meer doen. Hij had ze ook kunnen vermoorden, maar dat deed hij niet. Hij nam ze mee. Er waren wetenschappers en technici bij (bijvoorbeeld slotenmakers). Daar kon hij in Babel nog voordeel van hebben. Maar toen de pro-Egypte-partij in Jeruzalem maar bleef ageren, werd hij écht kwaad. Hij kwam terug in 586 en verwoestte toen de stad, haar muren en de tempel. De Jeruzalemmers werden nu voor het overgrote deel als slaven gedeporteerd. Dat hadden ze – eerlijk gezegd – in hoge mate aan zichzelf te danken.

Jeremia was niet weggevoerd naar Babel. Hij bleef achter in Jeruzalem. Daar was de deceptie, de ontgoocheling groot. “Waarom heeft de Here ons niet geholpen?”, klaagden de achterblijvers. En Jeremia zei: “Ja, maar waarom zijn jullie dan ook in opstand gekomen tegen Nebukadnezar?!” Eigen schuld, dikke bult. “Daar kun je de Here God niet domweg de schuld van geven…”

Toen kwam er een profeet die Hananja heette. Die zei wat de mensen graag horen wilden: “Binnen twee jaar zijn ze allemaal weer terug, inclusief het zilver en goud uit de tempel.” Toen zei Jeremia: “Aan mooi-weer-profeten zoals jij hebben we niks. Houd er rekening mee dat het aanzienlijk langer gaat duren.” Het ging zeventig jaar duren. Hananja die gesproken had over twee jaar stierf twee maanden later. De Bijbel vermeld het fijntjes.

Het is niet zo, dat Jeremia alleen maar kritiek had en een onheilsprofeet was. Een échte profeet komt ook altijd met bemoediging en vertroosting. Vandaar die brief aan de ballingen van Babel. Toch heel wat realistischer en constructiever dan de goedkope en gemakkelijke profetie van Hananja.

Jeremia zegt: “Schik je in je lot. Bedenk dat je wellicht ook deel bent van het probleem en oorzaak van alle ellende. Kom je rancune te boven. Probeer constructief mee te doen in de samenleving. Als het goed gaat met Babel gaat het ook goed met jullie. En wie weet wat God voor jullie nog in petto heeft! Bedenk dat Hij alleen maar het goede met jullie voor heeft.” Kijk, dat is niet goedkoop. Dat is échte profetie.

In alle eerlijkheid: Ik voel me behoorlijk aangesproken door Jeremia. Dat hebben we toch allemaal wel eens… Als het niet lekker gaat. Als het niet gaat zoals je wilt. Nou, dan bekijken ze het maar! Ik ben er helemaal klaar mee! Ik doe ook niet meer mee! Ik ben niet meer van plan om me hoe dan ook constructief op te stellen! Er is vaak heel veel reden om rancuneus aan de kant te gaan staan. Non-productief tégen te zijn. De crisis, de banken, de bonussen, de schrapers en de grootgeldverdieners. Het beleid van je eigen kerk. Nee, zegt Jeremia. Blijf wel meedoen. Krijgt kinderen en bouwt huizen en wijngaarden en zoek het belang van de gemeenschap. En bedenk dat je zelf ook niet zo’n beste bent. En vergeet nooit. God heeft het beste met je voor.

Lezend in de commentaren – afgelopen week – kwam ik een belangrijke opmerking tegen. Hier bij Jeremia is voor de eerste keer in de Bijbel de oproep om te bidden voor een overheid die niet-Israël is. We bidden niet exclusief voor onszelf; we bidden voor de wereld waarin we wonen! We zijn niet ván deze wereld, maar wel ín deze wereld! Datzelfde inzicht brengt Paulus ertoe om de gelovigen aan te sporen om te bidden voor de overheid. Koningen en gezagsdragers… Dat waren in de tijd van Paulus voor het overgrote deel de Romeinen! Ja, bidt voor de stad en voor het land waarin je woont… Als ’t daar vrede is, heb je zelf ook vrede. Ook bij Paulus in I Timotheüs 2 is daar die wijze les om niet aan de kant te gaan staan, maar mee te doen – en mee te blijven doen. Amen.


 

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
spacer.png, 0 kB