De volgende bijbelverzen zijn geschikt om bovenaan het overlijdens-bericht te plaatsen. Ook vinden we daar vaak regels uit de berijmde psalmen of uit de gezangen.

Bijbelteksten 

De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen.
(Deuteronomium 33:27; NBG vertaling 1951)

In uw hand beveel ik mijn geest;
Gij verlost mij, Here, getrouwe God.
(Psalm 31:6; NBG vertaling 1951)

Mijn tijden zijn in Uw hand
(Psalm 31:16a; NBG vertaling 1951)

Want bij U is de bron des levens,
in Uw licht zien wij het licht.
(Psalm 36:10; NBG vertaling 1951)

Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem,
en Hij zal het maken.
(Psalm 37:5; NBG vertaling 1951)

Wat heb ik dan te verwachten, Heer?
Mijn hoop is alleen op u gevestigd.
(Psalm 39:8; Nieuwe Bijbelvertaling 2004)

Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven,
mijn God die mij ziet en redt.
(Psalm 43:5b; Nieuwe Bijbelvertaling)

Zie, God is mij een helper,
de Here is het, die mij schraagt
(Psalm 54:6; NBG-vertaling 1951)

Want uw goedertierenheid is beter dan het leven.
(Psalm 63:4; NBG-vertaling 1951)

Maar zo hoog de hemel is boven de aarde
zo machtig is zijn goedertierenheid over
wie Hem vrezen.
(Psalm 103:11; NBG vertaling 1951)

Wien God bewaart, is wèl bewaard
(Psalm 121; opschrift vertalers NGB 1951)

...vanwaar zal mijn hulp komen?
Mijn hulp is van de Here,
die hemel en aarde gemaakt heeft.
(Psalm 121:1b,2; NBG vertaling 1951)

Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen
zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren.
(Jesaja 55:8; NBG vertaling 1951)

Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
(Mattheüs 11:28; NBG vertaling 1951)

Naar wie zouden we moeten gaan, Heer?
U spreekt woorden die eeuwig leven geven.
(Johannes 6:68; Nieuwe Bijbelvertaling 2004)

Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven
(Johannes 11:25; NBG vertaling 1951)

In het huis mijns Vaders zijn vele woningen
(Johannes 14:2; NBG vertaling 1951)

Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen,
de enige waarachtige God, en Jezus Christus,
die Gij gezonden hebt.
(Johannes 17:3; NBG vertaling 1951)

Ik ben ervan overtuigd dat niets ons kan
scheiden van Gods liefde, die in Christus tot
uiting komt. De dood niet, het leven niet,
engelen niet, regeringen niet, de dingen van
vandaag niet, de dingen van morgen niet.
Nee, er is geen enkele kracht die dat kan.
(Romeinen 8:38; vertaling Het Boek 1988)

Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen,
doch straks van aangezicht tot aangezicht.
(I Cor. 13:12; NBG vertaling 1951)

Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden,
als eersteling van hen, die ontslapen zijn
(I Cor. 15:20; NBG vertaling 1951)

Want wij weten, dat, indien onze aardse tent,
waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw
van God hebben, in de hemelen, niet met handen
gemaakt, een eeuwig huis.
(II Cor. 5:1; NBG vertaling 1951)

Mijn genade is u genoeg
(II Cor. 12:9; NBG vertaling 1951)

Ik heb den goeden strijd gestreden,
ik heb mijn loop ten einde gebracht,
ik heb het geloof behouden...
(II Timotheüs 4:7; NBG vertaling 1951)

Het geloof nu is de zekerheid der dingen
die men hoopt en het bewijs der dingen
die men niet ziet.
(Hebreeën 11:1; NBG vertaling 1951)

Wees getrouw tot in de dood en Ik
zal u geven de kroon des levens.
(Openbaring 2:10; NBG vertaling 1951)

Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
(Openbaring 21:1; Nieuwe Bijbelvertaling 2004)

En Hij die op den troon gezeten is, zeide: Zie Ik maak alle dinge nieuw.
(Openbaring 21:5; NBG vertaling 1951) 

Psalmverzen (berijmd)

Ik kan gaan slapen zonder zorgen,
want slapend kom ik bij U thuis.
Alleen bij U ben ik geborgen.
Gij doet mij rusten tot de morgen
en wonen in een veilig huis.
(Psalm 4:3; Nieuwe berijming)

Maar - blij vooruitzicht dat mij streelt -
ik zal, ontwaakt, uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
verzadigd met uw godd'lijk beeld.
(Psalm 17:8; Oude berijming)

Nu blijf ik bij U voor altijd,
God die mij troost, die bij mij zijt,
mijn twijfel stilt en mijn verlangen,
die mij in liefde houdt omvangen
(Psalm 73:9a Nieuwe berijming;
eventueel het hele couplet)

Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
hij, die door den nood gedreven,
zich tot Hem om troost begeeft;
die zijn hoop in 't hach'lijkst lot
vestigt op de Heer, zijn God.
(Psalm 146:3; Oude berijming)

Hij zal hun 't goede niet in nood
onthouden, zelfs niet in den dood,
die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, Heer, die op U bouwt
en zich geheel aan U vertrouwt!
(Psalm 84:6b; Oude berijming)

Die God is ons een God van heil,
Hij schenkt uit goedheid zonder peil
ons 't eeuwig, zalig leven.
(Psalm 68:10; Oude berijming)

Geslachten gaan, geslachten zullen komen:
wij zijn in uw ontferming opgenomen.
(Psalm 90:1; Nieuwe berijming)

Ik zal met vreugd in 't huis des Heren gaan
(Psalm 116:11; Oude berijming)

Geprezen zal Hij wezen die ons bij name riep...
als de nacht zich spreidt houdt ons Uw hand geborgen
(Psalm 92 berijmd)